Ingediend | 25 september 2013 |
---|---|
Beantwoord | 1 oktober 2013 (na 6 dagen) |
Indiener | Jasper van Dijk |
Beantwoord door | Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal ontwikkelingssamenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z18119.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-114.html |
Ik ben het eens met de Secretaris Generaal van de VN dat alle partijen, lokale overheden, donoren, bedrijven en het maatschappelijk middenveld, moeten bijdragen aan het bereiken van de millenniumdoelen. ODA levert hieraan een belangrijke, maar bescheiden bijdrage. Andere, private geldstromen en investeringen in ontwikkelingslanden nemen in belang toe. Ik zet in op een herziening van de ODA definitie die recht doet aan deze veranderde context en waarbij ODA onder meer wordt gebruikt als hefboom voor het aantrekken van nieuwe geldstromen. Ik denk daarbij aan innovatieve financiering waarbij het bedrijfsleven en andere partijen worden betrokken en nieuwe instrumenten worden ontwikkeld. De MDG’s en de ontwikkelingsagenda na 2015 gaan verder dan financiën alleen: het betreft een universele agenda waarin advocacy en coalities evenzeer van belang zijn voor het bevorderen van duurzame ontwikkeling en het verminderen van armoede.
Ik zal alle partijen, zoals hierboven genoemd, aanspreken op hun verantwoordelijkheid een substantiële bijdrage te leveren aan het bereiken van de millenniumdoelen.
In 2013 bedraagt het ODA percentage 0,67%. Voor 2014 en 2015 geldt dat het ODA percentage nog niet kan worden vastgesteld, aangezien de ODA-bestanddelen in het DGGF (100 mln) en het BIV (250 mln) achteraf worden bepaald. Vooralsnog zijn de percentages voor 2014 en 2015 respectievelijk 0,59% en 0,60%.
Mede op voorspraak van Nederland is de OESO/DAC bezig met een onderzoek naar de herziening van de ODA-definitie. Ik ondersteun actief de inzet om tot deze modernisering te komen. In de Kabinetsreactie op het IBO rapport «Beschouwingen over ODA» zal ik u binnen enkele weken informeren over mijn visie op dit terrein. Dit rapport en de Kabinetsreactie erop zal ik ook inbrengen bij de OESO/DAC.
Ja