Ingediend | 18 september 2013 |
---|---|
Beantwoord | 24 oktober 2013 (na 36 dagen) |
Indiener | Ahmed Marcouch (PvdA) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z17687.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-303.html |
Ja.
Bij brief van 9 oktober 2013 (Kamerstukken II 2013/2014 29 911, nr. 85) heb ik uw Kamer het onderzoek van de Universiteit Utrecht en mijn reactie daarop doen toekomen.
De onderzoekers baseren deze bevinding vooral op interviews en eigen observaties op Nederlandse markten, niet op strafrechtelijke onderzoeken. De betrokken partijen in Rotterdam geven aan de signalen over het Afrikaanderplein niet in die vorm en mate te herkennen. Noch bij de gemeente Rotterdam noch bij de markt, de marktmeesters en de politie aldaar zijn concrete gevallen bekend van het verhandelen van door Oost-Europese bendes gestolen goederen. Op de Beverwijkse Markt is sprake van verticaal toezicht: gemeente, politie, het Openbaar Ministerie, de Belastingdienst en andere handhavingsdiensten controleren deze markt regelmatig en hanteren een integrale aanpak. Daarnaast is sprake van horizontaal toezicht door de Beverwijkse Bazaar zelf. Als er voldoende concrete aanwijzingen zijn, stellen Openbaar Ministerie en de politie strafrechtelijke onderzoeken in. Dit is in het verleden ook gebeurd en dit heeft tot veroordelingen geleid.
Zie antwoord vraag 3.
De aanpak van heling vormt een van de actiepunten in de integrale aanpak van mobiele bendes. Kern van de aanpak vormt de landelijke invoering van het digitale opkopersregister (DOR) en de koppeling tussen diefstalregisters van onder meer de stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (fietsdiefstal), de RDW, KMar en VbV (voertuigdiefstal), stopheling.nl, gevondenofverloren.nl, de database kunst- en antiekcriminaliteit van de Landelijke Eenheid en van een aantal grote opkopers, zodat er één centraal en goed gevuld diefstalregister komt. Invoering van het DOR zal leiden tot betere opsporing van diefstal en heling; er zullen meer high impactdelicten worden opgelost en er zullen meer inbrekers, overvallers, winkeldieven, straatrovers en helers worden vervolgd. Bij een eerdere proef met het DOR zijn in een half jaar tijd 44 verdachten aangehouden en 68 zaken opgelost.
De mening van Oost-Europese criminelen dat Nederlanders naïef zijn ten aanzien van de beveiliging van hun eigendommen deel ik niet. Integendeel: uit onderzoek blijkt dat de overgrote meerderheid van de Nederlandse burgers en bedrijven preventieve maatregelen treft om hun have en goed te beschermen. Zo blijkt uit de Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven dat driekwart van de bedrijven preventieve maatregelen treft. Uit de Veiligheidsmonitor 2012 komt naar voren dat ruim driekwart van de Nederlanders maatregelen heeft getroffen om de eigen woning te beveiligen, zeventig procent laat geen waardevolle spullen in de auto liggen en een derde van de Nederlanders laat waardevolle spullen thuis om diefstal of beroving te voorkomen.
Ik heb kennis genomen van de kritiek die de politiekorpsen in de vier onderzochte Oost-Europese landen en in België en Duitsland geuit hebben op de Nederlandse politie. De kritiek richt zich met name op de internationale samenwerking en het vermeende gebrek aan daadkracht van onze zijde. De Nederlandse politie onderkent ten volle het belang van een goede samenwerking met het buitenland. De afgelopen tijd heeft ze al geïnvesteerd in het verbeteren van de rechtshulprelaties. De komst van de Nationale Politie heeft eraan bijgedragen dat hierop beter intern gestuurd kan worden. Op het dossier van mobiel banditisme bestaan reeds goede relaties met buitenlandse politiekorpsen en waar nodig zullen die worden verbeterd.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Marcouch (PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over heling van door Oost-Europese bendes gestolen goederen in Nederland (ingezonden 18 september 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.