Ingediend | 16 september 2013 |
---|---|
Beantwoord | 1 oktober 2013 (na 15 dagen) |
Indiener | Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z17477.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-113.html |
Het Nederlandse beleid ten aanzien van het verlenen van agrément conformeert zich aan de internationale standaarden op dit terrein, met name het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer. De procedure bestaat in essentie uit de volgende stappen: het zendende land doet de Nederlandse autoriteiten een CV toekomen van de persoon die wordt voorgesteld als ambassadeur. Nederland verleent vervolgens al dan niet agrément. De verlening van agrément wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
Een ontvangende staat kan een voorgestelde persoon aanvaarden of weigeren. Over redenen voor een verlening of weigering wordt naar internationaal gebruik nooit gecommuniceerd met het zendende land.
De procedure voor het verlenen van agrément beperkt zich tot de positie van het hoofd van de missie, de ambassadeur. De zendende staat is verder in principe vrij in het aanstellen van diplomatieke staf van de ambassade. Enige uitzondering hierop betreft militaire attache’s, voor welke categorie naar internationaal gebruik de ontvangende staat het recht heeft om voorgestelde personen te weigeren.
Het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer is gepubliceerd in het Tractatenblad en zeer makkelijk vindbaar op verschillende websites. Een verleend agrément wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
Agrément wordt verleend maar niet ingetrokken. Nederland kan in het uiterste geval een zendstaat vragen om een bepaalde diplomaat terug te trekken; in dat geval wordt de betrokken persoon «persona non grata» (PNG) verklaard. Dit is echter een zeer zwaar diplomatiek instrument, met een groot risico op schade aan de bilaterale relatie. In internationaal verband wordt de PNG procedure vaak pas in laatste instantie overwogen.
Indien een diplomaat een ernstig strafbaar feit pleegt kan Nederland de zendstaat vragen om opheffing van de immuniteit. Indien de zendstaat daarmee instemt kan de betrokken persoon binnen het Nederlandse rechtssysteem worden berecht. Indien de zendstaat niet instemt kan Nederland vragen om terugtrekking van de betrokken persoon. Zie ook vraag 3.
Zie vraag 3. Toepassing van de PNG procedure in het geval van verkeersovertredingen zou internationaal gezien kunnen worden als buitenproportioneel; daarbij ontstaat het risico op tegenmaatregelen en schade aan de bilaterale relatie.
Diplomaten dienen de in Nederland geldende wetten te respecteren. Het Ministerie van Buitenlandse zaken schrijft eenmaal per kwartaal alle ambassades aan over de onbetaalde boetes uit de voorafgaande periode. Soms wordt een vertegenwoordiger van een ambassade ontboden op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, om daarmee de ernst van een overtreding te benadrukken.