Ingediend | 13 september 2013 |
---|---|
Beantwoord | 17 oktober 2013 (na 34 dagen) |
Indiener | Liesbeth van Tongeren (GL) |
Beantwoord door | Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | bestuur burgerlijk recht economie organisatie en beleid overige economische sectoren recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z17360.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-259.html |
Ja.
Dit is een overeenkomst tussen de gemeente Boxtel en het bedrijf Brabant Resources. Het Ministerie van Economische Zaken is geen partij bij deze overeenkomst en dus ook niet betrokken geweest bij de totstandkoming ervan.
Zoals ik heb aangegeven in het antwoord op vraag 1, is het Ministerie van Economische Zaken geen partij in deze overeenkomst. De gemeente heeft een autonome bevoegdheid om contracten aan te gaan. De verantwoordelijkheid ligt volledig bij de gemeente Boxtel en Brabant Resources. Over een dergelijke overeenkomst hoeft formeel ook niet met mij gecommuniceerd te worden.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
De Staat der Nederlanden is geen partij in een door de gemeente Boxtel gesloten overeenkomst. De Staat is dan ook niet aansprakelijk.
De gemeente is mogelijk schadeplichtig bij niet-nakoming van de overeenkomst of ontbinding van de overeenkomst. Of en in welke mate er sprake is van een schadeplichtigheid is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daar kunnen hier geen algemene uitspraken over worden gedaan. In ieder geval is het niet aan de Minister om hier een oordeel over te geven.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 5.
Een intrekking van een opsporingsvergunning op andere gronden dan de wet toestaat, leidt tot vernietiging van die intrekking. De bestuursrechter kan in een dergelijk geval, zo nodig, zelf in de zaak voorzien zodat de vergunning in stand blijft. De schade die optreedt door vertraging van de werkzaamheden en procedurekosten in bezwaar en beroep leiden in beginsel tot een plicht tot schadevergoeding.
Ik ben bereid om mijn ministerie een toelichting te laten geven over de procedures, zoals deze opgenomen zijn in de Mijnbouwwet en onderliggende regelgeving over de opsporingsvergunning en de mijnbouwmilieuvergunning en andere wettelijke bepalingen met betrekking tot mijnbouwwerken, zoals de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet ruimtelijke ordening en de Woningwet. Ik kan mij niet mengen in een privaatrechtelijke overeenkomst waarin ik als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden geen partij ben.
Zie antwoord vraag 9.
Nee, dit is helaas niet gelukt.