Ingediend | 12 september 2013 |
---|---|
Beantwoord | 2 oktober 2013 (na 20 dagen) |
Indieners | Magda Berndsen (D66), Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | burgerlijk recht recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z17216.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-138.html |
Ja, het betreft een onderzoek dat zich niet alleen richt op Abba adoptions maar ook op andere adoptieorganisaties in Zuid-Afrika. Het onderzoek richt zich op mogelijke discriminatie binnen de procedure voor interlandelijke adopties.
Zie antwoord vraag 1.
Ja, ik ben op de hoogte van het feit dat in het verslag van een overleg tussen het Department of Social Development en een commissie van het Zuid-Afrikaanse parlement een resolutie is opgenomen waarin wordt aangegeven dat voorkomen zou moeten worden dat adoptieorganisaties die discrimineren, mogen bemiddelen bij de adoptie van Zuid-Afrikaanse kinderen.
Ja, het Department of Social Development heeft in het Zuid-Afrikaanse parlement aangegeven dat Abba adoptions discriminerende criteria hanteerde. Het Departement heeft daarop verzocht aan Abba adoptions om deze criteria te verwijderen. Abba adoptions heeft op dit verzoek positief gereageerd en een nieuw non-discriminatoir beleid vastgesteld en aan het Department overhandigd.
De praktijk laat zien dat er de afgelopen jaren meerdere kinderen geplaatst zijn in Nederland bij niet-christelijke paren en alleenstaanden. Bij Wereldkinderen is één inschrijving van een paar van gelijk geslacht bekend. Deze aanvraag staat op de algemene wachtlijst tot het moment dat de aanvraag kan worden ingediend. Naar verwachting zal dit op korte termijn kunnen plaatsvinden. Abba adoptions is volledig op de hoogte van welke echtparen of alleenstaanden op de wachtlijst bij Wereldkinderen staan. Hierin is geloofsovertuiging, alleenstaand, samenwonend, getrouwd, paar van gelijk geslacht of niet, niet relevant. Voor deze aanvraag gelden exact dezelfde voorwaarden als voor alle andere aanvragen.
De Centrale autoriteit heeft adequaat opgetreden en actie ondernomen. Zo is er contact gezocht met de Zuid-Afrikaanse Centrale autoriteit, zijn er gesprekken gevoerd met Wereldkinderen en met vertegenwoordigers van de groep Ek Sien Jou. Ook Wereldkinderen heeft actie ondernomen op basis van de meldingen die zij hebben gekregen. Zo heeft Wereldkinderen haar afspraken met Abba adoptions herzien waardoor er geen discriminatoire criteria meer in de vergunningverlening gehanteerd worden. Daarnaast heeft er overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van paren van gelijk geslacht en niet-christelijke ouderparen waarin deze groep uitdrukkelijk is uitgenodigd om zich aan te melden voor een adoptieprocedure via Wereldkinderen in Zuid-Afrika om daarmee aan te kunnen tonen dat de adoptieprocedure op reguliere wijze kan worden doorlopen. Hier is door deze groep tot op heden geen gebruik van gemaakt. Niet-christelijke ouderparen en een paar van gelijk geslacht die geen lid zijn van deze groep hebben zich wel aangemeld en hebben de adoptieprocedure doorlopen of worden op korte termijn bemiddeld.
Zoals ik al eerder met uw Kamer heb gedeeld3, zijn er geen discriminerende voorwaarden meer in de samenwerking tussen Wereldkinderen en Abba adoptions. Daarnaast heb ik aangegeven dat ik geen bezwaren heb tegen een mogelijke tweede vergunninghouder die in Zuid-Afrika kan bemiddelen. Dit heb ik ook kenbaar gemaakt aan de Zuid-Afrikaanse Centrale autoriteit. Deze Centrale autoriteit heeft aangegeven dat ze de aanvraag voor een mogelijke tweede samenwerkingsovereenkomst met Nederland in overweging hebben genomen.
Zowel tijdens een ambtelijke bijeenkomst van de Europese Commissie over kinderrechten als tijdens een Europese werkconferentie van adoptieautoriteiten in Dublin is aandacht gevraagd voor de mogelijkheden van paren van gelijk geslacht om te adopteren. Hierbij is voorgesteld om een Europese werkgroep in het leven te roepen die, onder leiding van de Europese Commissie, de praktische problemen gaat onderzoeken die er liggen ten aanzien van interlandelijke adoptie en in het bijzonder op het gebied van adopties door paren van gelijk geslacht.
De Europese Commissie heeft goede notie genomen van dit voorstel en zal het betrekken bij de agendasetting van deze expert bijeenkomsten. De landen die aanwezig waren bij de werkconferentie hebben aangegeven het voorstel nader te willen bestuderen.
In Nederland kunnen paren van gelijk geslacht sinds 1 januari 2009 ook een buitenlands kind adopteren. Het land van herkomst van het te adopteren kind vraagt altijd naar een rapport waarin de gezinssituatie wordt beschreven, alvorens besloten wordt of de adoptie doorgang kan hebben. Landen kunnen op basis van hun eigen wetgeving weigeren een kind te laten adopteren op grond van het feit dat de aspirant adoptieouders homoseksueel zijn. Nederland zet zich in het buitenlands mensenrechtenbeleid in voor gelijke rechten voor LHBT. Hierbij zijn drie hoofdpunten waarop wordt ingezet: afschaffing van strafbaarstelling van homoseksualiteit; tegengaan van discriminatie; en bevordering van sociale acceptatie. Inzet op deze drie aspecten zal uiteindelijk ook een positief effect hebben op gelijke rechten voor LHBT-stellen bij interlandelijke adopties.
Ja