Ingediend | 5 september 2013 |
---|---|
Beantwoord | 4 november 2013 (na 60 dagen) |
Indiener | Gert-Jan Segers (CU) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z16688.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-405.html |
Ja.
De lange wapenstok behoort standaard tot de bewapening van de ambtenaar van politie die behoort tot de mobiele eenheid, de ambtenaar die dienst doet met een surveillancehond en de ambtenaar die behoort tot een bereden onderdeel. De korpschef kan bepalen dat ook andere categorieën ambtenaren van politie worden uitgerust met de lange wapenstok. De bewapening van politievrijwilligers is in beginsel beperkt tot de korte wapenstok en de pepperspray maar op verzoek van de korpschef kan ik toestemming verlenen tot bewapening met het pistool en/of de lange wapenstok. Deze lange wapenstok wordt dan overigens in de praktijk incidenteel ter beschikking gesteld, bijvoorbeeld bij de uitvoering van specifieke openbare orde taken.
Het is gebleken dat na de inwerkingtreding van het Besluit Bewapening en Uitrusting Politie per 1-1-2013 voor een aantal vrijwillig ambtenaren van politie mij niet was verzocht hen een lange wapenstok toe te kennen op basis van dit nieuwe besluit. Direct na constatering van deze omissie zijn door de nationale politie maatregelen genomen om te voorkomen dat de vrijwillige ambtenaren van politie, aan wie de lange wapenstok na 1-1-2013 nog niet was toegekend, belast worden met taken op het gebied van openbare orde waarbij een lange wapenstok in verband met een goede uitvoering van die taken noodzakelijk zou kunnen zijn. Van een eventuele additionele gevaarzetting voor de politievrijwilligers is in dit verband dan ook geen sprake.
Het verzoek van de korpschef tot toekenning van de lange wapenstok aan vrijwillige politieambtenaren, na gebleken bekwaamheid, heb ik inmiddels in goede orde ontvangen en de toestemming is verleend.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
In Haren ging het om een logistiek vraagstuk waarbij duidelijk werd dat gecertificeerde medewerkers van politie tijdens het incident de beschikking hadden willen hebben over de lange wapenstok. Naar aanleiding daarvan is door de eenheid actie ondernomen voor de feitelijke beschikbaarheid van de lange wapenstok ten behoeve van medewerkers in de basispolitiezorg. Het Besluit bewapening en uitrusting politie biedt de mogelijkheid om alle executieve politieambtenaren, zowel beroeps als vrijwilliger, uit te rusten met een lange wapenstok. Aanpassing van regelgeving is hiervoor niet noodzakelijk.
De politievrijwilliger kan, na toestemming van de korpschef, worden uitgerust met een politiesurveillancehond. Op verzoek van de korpschef kan door mij toestemming worden verleend om de politievrijwilliger uit te rusten met de lange wapenstok en de elektrische wapenstok die opgenomen zijn in standaarduitrusting van de beroeps-hondengeleiders. Aanpassing van de regelgeving is hiervoor dus niet noodzakelijk.
Ja, mits zij hiervoor de benodigde toestemming hebben. Zie daarvoor het antwoord op vraag 2 en vraag 6.
De ontstane situatie met betrekking tot de toekenning van geweldsmiddelen aan politievrijwilligers is het gevolg van een wijziging in de toestemmingsprocedure zoals opgenomen in het Besluit bewapening en uitrusting politie dat op 1 januari 2013 inwerking is getreden. Inmiddels is de benodigde toestemming verleend en hiermee zijn de bevoegdheidsproblemen opgelost. De wijziging in de procedure is niet van invloed op andere (buitengewone) opsporingsambtenaren en er is dan ook geen aanleiding om op dit moment de regelgeving ten aanzien van bewapening aan te passen.
Er heeft nog geen besluitvorming over de start noch de duur van de pilot plaatsgevonden. Deze wordt op korte termijn, tenminste voor 2014, voorzien. Hiervoor worden allereerst de integrale consequenties van de pilot op de bedrijfsvoering, operatie en realisatie nationale politie in beeld gebracht. De noodzaak van een zorgvuldige voorbereiding, de beperkingen op het gebied van (financiële) middelen en scholingscapaciteit en de focus op het inrichten en in werking brengen van de nationale politie zullen bij de besluitvorming zorgvuldig worden meegewogen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Segers (ChristenUnie) van uw Kamer aan de minister van Veiligheid en Justitie over de rechtsgronden voor bewapening (ingezonden 5 september) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.