Ingediend | 5 september 2013 |
---|---|
Beantwoord | 20 september 2013 (na 15 dagen) |
Indiener | Michel Rog (CDA) |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | basisonderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z16687.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-69.html |
Ja.
Deze stelling klopt niet. Eventuele private verliezen van CITO BV kunnen niet worden afgewenteld of ten koste gaan van de publieke taken van Stichting CITO. Ook in het verleden is dat niet gebeurd. Voor publieke taken ontvangt de stichting een subsidie die alleen voor de doelen waarvoor deze bestemd is, kan worden aangewend. Het opvangen van eventuele private verliezen van CITO BV door Stichting CITO behoort daar vanzelfsprekend niet toe.
Ja. U treft het rapport van bevindingen «Stichting CITO en marktwerking» bijgaand aan.3
De bevindingen in het genoemde auditrapport geven aan dat de publieke en private activiteiten van CITO conform de daartoe strekkende bepalingen uit de Mededingingswet van elkaar gesplitst zijn. Hoewel aan de wettelijke voorschriften voldaan is, is de bevinding in paragraaf 3.4 van het auditrapport, dat onderdelen binnen CITO zowel publieke als private activiteiten verrichten, aanleiding geweest om met CITO in overleg te treden over versterking van de organisatorische scheiding. Een dergelijke versterking is gewenst met het oog op mogelijke nieuwe publieke taken voor Stichting CITO, zoals de voorgenomen invoering van de centrale eindtoets po. Dit heeft geresulteerd in verdergaande bestuurlijke afspraken, waarbij de organisatorische scheiding beter geborgd is. Deze afspraken zijn in juli jl. definitief bekrachtigd en treft u bijgaand aan.4 Kortheidshalve wordt verwezen naar de onderdelen 1 en 2 van deze afspraken, die hier specifiek betrekking op hebben.
Naast afspraken over verdere afbakening van publieke taken zijn ook verdergaande afspraken gemaakt ten aanzien van openbaarheid, intellectueel eigendom en financiering. Zo stelt Stichting CITO met publieke middelen vervaardigde producten en onderzoeksresultaten onder dezelfde voorwaarden aan CITO BV ter beschikking als aan andere toetsaanbieders. Hiermee wordt een gelijk speelveld gecreëerd voor alle toetsaanbieders. Parallel aan de voorgenomen invoering van de centrale eindtoets po wordt er invulling gegeven aan de genoemde bestuurlijke afspraken.
De bewering dat het intellectueel eigendomsrecht rondom toetsontwikkeling niet goed geregeld is, is onjuist. In de herziene Wet SLOA (33 558)5 die met ingang van 1 januari 2014 van kracht wordt, is in artikel 10 opgenomen dat de intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van de wettelijke taken van Cito worden overgedragen aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Als auteursrecht dit in de weg staat zorgt CITO voor adequaat gebruiksrecht voor de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Ook de bewering dat CITO vrijelijk kennis kan doorsluizen van de Stichting naar de BV met als doel deze te vermarkten is niet juist. Stichting CITO heeft een publieke kennisfunctie en alle kennis die op basis van gesubsidieerde activiteiten is vergaard moet in beginsel algemeen toegankelijk zijn, voor welke derde partij dan ook. Er kunnen echter ook bijzondere omstandigheden zijn waardoor geheimhouding gerechtvaardigd is. Bijvoorbeeld ten behoeve van geheimhouding van toetsopgaven. Die geheimhouding zal in voorkomende gevallen ook gelden ten opzichte van CITO BV. Met Stichting CITO is afgesproken dat met publieke middelen opgebouwde kennis altijd onder dezelfde voorwaarden beschikbaar wordt gesteld aan CITO BV als aan andere belangstellenden.