Ingediend | 2 september 2013 |
---|---|
Beantwoord | 10 oktober 2013 (na 38 dagen) |
Indieners | Gerard Schouw (D66), Kees Verhoeven (D66) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Frans Weekers (staatssecretaris financiën) (VVD) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z16372.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-211.html |
Ja.
Navraag bij de organisatoren van de Big Brother Awards heeft uitgewezen dat er geen juryrapport is. Wel is er een programmaboek voor de uitreiking. Hierin is te lezen dat de Belastingdienst is genomineerd voor twee situaties: het gebruik van de camerabeelden van de landelijke eenheid van de Politie en het opvragen van informatie bij parkeerinstanties.
De reactie van de Staatssecretaris van Financiën hierop is dat het niet zo is dat met de camerabeelden, die de Belastingdienst door gebruik van de camera’s van de landelijk eenheid verkrijgt, de Belastingdienst «alle gegevens van iedereen die over de Nederlandse snelwegen rijdt» verzamelt, zoals het programmaboek stelt. Bij binnenkomst toetst de Belastingdienst de beelden op fiscale relevantie. De niet-fiscaal relevante gegevens worden zo snel mogelijk verwijderd. Dat de Belastingdienst richting parkeerinstanties werkt met algehele in plaats van gerichte gegevensuitvraag is juist omwille van de privacy van betrokkenen. Als de Belastingdienst gericht kentekens zou uitvragen geeft de Belastingdienst aan anderen prijs dat deze kentekens fiscaal relevant zijn. Om die reden heeft de Belastingdienst deze vraag dan ook op deze wijze aan de parkeerinstanties gesteld. De fiscale wetgeving geeft de Belastingdienst de mogelijkheid om aanwezige gegevens bij parkeerinstanties op te vragen. De Belastingdienst heeft van deze mogelijk gebruik gemaakt om de fiscale wetgeving te handhaven.
Zoals ik eerder in mijn YouTube-boodschap aan de organisatoren van de Big Brother Awards liet weten heb ik de publieksprijs met gemengde gevoelens in ontvangst genomen. Ik wil niet ontkennen dat ik verantwoordelijk ben voor wetgeving die soms een inperking van de privacy of andere grondrechten betekent, maar ik distantieer mij van de suggestie dat ik geen interesse voor privacy zou hebben. Het tegendeel is waar. Als ik in het licht van nieuwe dreigingen zoals cyberaanvallen op vitale infastructuur uw Kamer voorstellen doe voor nieuwe bevoegdheden voor opsporingsdiensten dan is bij de voorbereiding daarvan goed nagedacht over de vraag of dit voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Ook in het debat met uw Kamer staan wij steeds uitvoerig stil bij de noodzaak van de maatregel en bij de vraag of deze voldoende is ingekleed met waarborgen zoals een toetsing vooraf door de officier van justitie of de rechter. Ik meen dan ook dat mijn voorstellen passend zijn en zie de mij toebedeelde prijs eerder als een aanmoediging om goed oog te blijven houden voor het belang van privacy.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en ik zullen uw Kamer nog dit najaar een meer algemene brief sturen over de balans tussen privacy en veiligheid.
Hierbij bericht ik u, mede namens de staatssecretaris van Financiën, dat de schriftelijke vragen van de leden Schouw en Verhoeven (beiden D66) over de Big Brother Awards (ingezonden 2 september 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.