Ingediend | 30 augustus 2013 |
---|---|
Beantwoord | 24 september 2013 (na 25 dagen) |
Indiener | Mohammed Mohandis (PvdA) |
Beantwoord door | Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA) |
Onderwerpen | hoger onderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z16275.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-57.html |
Ja.
Het geven van een bindend studieadvies aan studenten aan het eind van het eerste studiejaar is wettelijk toegestaan. Dit geldt ook voor studenten die een unica-opleiding volgen.
Het experiment biedt hoger onderwijsinstellingen de mogelijkheid ook aan het eind van het tweede studiejaar studenten een bindend studieadvies te geven. Unica zijn nadrukkelijk uitgesloten van deelname aan het experiment. In de AMvB (art. 5 lid 2) waarin het experiment is geregeld, is bepaald dat opleidingen waarvoor landelijk gezien geen soortgelijke tweede opleiding bestaat niet mogen deelnemen aan het bsa-experiment.
Universiteit Leiden biedt een aantal opleidingen aan die niet op vergelijkbare wijze elders gevolgd kunnen worden. Elk van deze opleidingen bestrijkt een vakgebied dat uniek is binnen Nederland. Er bestaan geen vergelijkbare bacheloropleidingen elders in Nederland, bijvoorbeeld «Chinastudies». Universiteit Leiden heeft deze opleidingen daarom uitgesloten van deelname aan het bsa-experiment.
Daarnaast zijn binnen Universiteit Leiden opleidingen aanwezig die wel aan het experiment deelnemen, en een Crohonummer (Centraal register opleidingen hoger onderwijs) hebben dat niet tevens door andere opleidingen bij andere instellingen wordt gebruikt. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de opleiding «Film- en literatuurwetenschap/Film and Literary Studies». De instelling heeft mij bij de aanmelding voor het experiment desgevraagd toegelicht dat deze opleidingen weliswaar een eigen aanduiding hebben, maar een vakgebied bestrijken dat ook aan andere universiteiten in de bachelorfase wordt aangeboden. De veronderstelling dat het om unieke opleidingen zou gaan, komt wellicht door het feit dat deze opleidingen een afwijkend Crohonummer hebben.
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) kent bij registratie van opleidingen in het Croho administratieve nummers toe. Deze nummers worden niet toegewezen op basis van een inhoudelijke vergelijking van de opleiding met soortgelijke opleidingen. Het unieke van een Crohonummer is er vooral in gelegen dat de naamgeving van de opleiding niet precies overeenkomt met die van vergelijkbare opleidingen die elders worden verzorgd. Toewijzing van een Crohonummer leidt dus niet naar uniciteit van een opleiding. Overigens komt het ook voor dat er tussen opleidingen met hetzelfde Crohonummer accentverschillen zijn.
Naar aanleiding van de krantenberichten heeft Universiteit Leiden toegelicht dat zij op haar websites inderdaad een aantal opleidingen «uniek» noemt, maar daarmee doelt op een bijzonder accent in een opleiding ten opzichte van het opleidingsaanbod in hetzelfde vakgebied zoals dat elders in Nederland wordt aangeboden. Het gaat dus juist om een iets andere invulling (accentverschillen).
Zie het antwoord bij vraag 2.
Ik deel deze mening niet.
Voor de opleidingen die door Universiteit Leiden niet zijn uitgesloten van deelname aan het experiment, zijn elders in Nederland alternatieven die in hoge mate hetzelfde vakgebied bestrijken. Studenten kunnen »een dergelijke opleiding volgen, indien zij niet onder de werking van het experiment in Leiden willen vallen.
Ik zie op dit moment geen aanleiding om de onderhavige opleidingen van deelname aan het experiment uit te sluiten.