Ingediend | 30 augustus 2013 |
---|---|
Beantwoord | 24 september 2013 (na 25 dagen) |
Indiener | Paul van Meenen (D66) |
Beantwoord door | Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z16274.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-73.html |
Ja.
Zoals in het evaluatierapport van Regioplan2 is aangegeven is geen gefundeerde schatting te geven van wat in kwantitatieve zin teveel aan belastingkorting is ontvangen. Gegevens daarover zijn niet beschikbaar. Een onderzoek naar het oneigenlijk gebruik zou in zekere zin een herhaling van zetten zijn van de reeds uitgevoerde evaluatie. Bovendien zou dit onevenredig veel capaciteit van de Belastingdienst vergen, waarmee hoge kosten zijn gemoeid. In het kader van afschaffing van de regeling en het inrichten van een nieuwe subsidieregeling waarmee het oneigenlijk gebruik tegengegaan moet worden is een dergelijk onderzoek op dit moment niet opportuun. Wel heb ik in een reactie op een motie op dit punt aangegeven bereid te zijn om bij de subsidieregeling het gebruik van de nieuwe regeling jaarlijks te monitoren en inzicht te geven in de doelmatigheid van de subsidieregeling.
In het evaluatierapport van Regioplan is expliciet opgenomen dat niet kan worden aangegeven hoe het onbedoelde gebruik van de AV onderwijs zich verhoudt tot de forse toename in het budgettaire beslag van de regeling. Met de afspraak in het regeerakkoord om de overheidssubsidie voor stimulering van leerwerkplaatsen te verlagen met € 200 miljoen wordt teruggekeerd naar het oorspronkelijke niveau van de AV onderwijs, d.w.z. voordat het budgettaire beslag in de jaren daarna zo explosief is toegenomen.
De subsidieregeling is in tegenstelling tot de AV onderwijs geen open einde-regeling waardoor nieuwe budgettaire overschrijding ongeacht de oorzaak kan worden voorkomen.
Zie mijn antwoord op vraag 3.