Ingediend | 29 augustus 2013 |
---|---|
Beantwoord | 24 september 2013 (na 26 dagen) |
Indiener | Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z16217.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-70.html |
Ja, de inhoud daarvan klopt.
Voor betrokkene is door FPC de Rooyse Wissel op 24 mei 2013 een machtiging aangevraagd voor transmuraal verlof, nadat de fasen van begeleid en onbegeleid verlof waren doorlopen. Betrokkene is in 2005 gestart met begeleid verlof. Het Adviescollege Verloftoetsing tbs (AVt) heeft op 5 juli 2013 positief geadviseerd over de aanvraag om transmuraal verlof. Uit het advies blijken geen bijzonderheden. Op 12 juli 2013 is de machtiging transmuraal verlof verleend. In het kader van het transmuraal verlof woonde betrokkene op de resocialisatieafdeling van de kliniek. Er werd toegewerkt naar plaatsing in een appartement nabij de kliniek, met 24-uurs toezicht en begeleiding verzorgd door de kliniek.
Ik kan hier niet in algemene zin uitspraken over doen. Het recht op privéleven wordt in nationale en internationale wet- en regelgeving beschermd. In elke individuele situatie zal op basis van deze wet- en regelgeving een zorgvuldige afweging moeten worden gemaakt tussen het belang van het beschermen van de privacy van betrokkene en andere belangen, zoals het belang van de veiligheid van de samenleving en het belang van (potentiële) slachtoffers.
Om tbs-gestelden op een veilige en verantwoorde manier te laten resocialiseren is het noodzakelijk dat de toe te kennen vrijheden gefaseerd vorm krijgen in de vorm van verlof, dat stapsgewijs en zorgvuldig verloopt via de verschillende verlofmarges.
Tbs-verlof wordt nooit toegekend zonder dat daar een uitvoerige beoordeling op meerdere niveaus aan vooraf is gegaan. Het AVt adviseert mij bij elke aanvraag voor een verlofmachtiging bij tbs met dwangverpleging. Helaas kan nooit volledig worden uitgesloten dat zich toch een (ernstig) incident voordoet. Wel is de procedure die wordt gevolgd zo ingericht dat dergelijke risico’s tot het absolute minimum worden beperkt. Overigens zullen dergelijke risico’s zich evenzeer, zo niet meer, voordoen bij ieder alternatief voor het huidige tbs-stelsel waarbij betrokkene op enig moment in vrijheid moet worden gesteld. Voorts wijs ik erop dat het gevolgen heeft voor de verlofmachtiging als de tbs-gestelde zich niet aan de afspraken houdt. De verlofmachtiging vervalt van rechtswege zodra de ter beschikking gestelde vierentwintig uur ongeoorloofd afwezig is (tenzij sprake is van overmacht), of zodra het openbaar ministerie aan het hoofd van de tbs-inrichting meldt dat de terbeschikkinggestelde wordt aangemerkt als verdachte van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Voorts is op 1 januari 2011 de regeling ingegaan om gedurende tenminste één jaar in beginsel geen nieuwe verlofmachtiging te verlenen indien betrokkene een strafbaar feit heeft gepleegd waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten of tijdens het verlof langer dan 24 uur ongeoorloofd afwezig is geweest.
Zoals reeds aangegeven, worden de vrijheden van tbs-gestelden zorgvuldig en geleidelijk opgebouwd. Wanneer na uitvoerige toetsing door het FPC, het AVt en het ministerie van Veiligheid en Justitie begeleid verlof wordt verleend, wordt dit de eerste vijf maal onder dubbele begeleiding van een sociotherapeut en een beveiliger van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) uitgevoerd.
Het enkele feit dat een tbs-gestelde met verlof gaat, is geen basis voor het verstrekken van informatie over de tbs-gestelde aan de politie. Gaat het om opsporing van ongeoorloofd afwezige tbs-gestelden dan werken politie en FPC’s nauw samen en worden de gegevens die de opsporing kunnen bevorderen uitgewisseld. Deze manier van werken voldoet in de praktijk: de politie kan adequaat reageren wanneer zich een ongeoorloofde afwezigheid voordoet.
Ik sta voor slachtoffers en voor het slachtofferbeleid. Ik spreek met grote regelmaat persoonlijk met slachtoffers en nabestaanden. Ik sta ook voor mijn tbs-beleid en neem de verantwoordelijkheid om dat uit te leggen, ook als dat een moeilijk gesprek is. De bij de verloftoekenning betrokken medewerkers, zowel in het gevangeniswezen als bij de FPC’s en de verlofunit TBS, hebben als taak om bij beslissingen rondom het toekennen en begeleiden van verlof de slachtofferbelangen nadrukkelijk mee te wegen. Het format dat vorig jaar is ontwikkeld ten behoeve van het slachtofferonderzoek bij een verlofaanvraag, helpt daarbij. Bij de beoordeling van een verlofaanvraag is de aanwezigheid van een actueel slachtofferonderzoek vereist. In dit slachtofferonderzoek wordt aan de slachtoffers gevraagd of zij geïnformeerd willen worden over verlof van een tbs-gestelde.
Daarnaast kunnen voorwaarden aan het verlof worden gesteld waarbij rekening wordt gehouden met slachtoffers, bijvoorbeeld door het verlof niet te praktiseren in de buurt van de woonplaats van het slachtoffer.
De recidivecijfers over een langere periode tonen aan dat het tbs-stelsel goed werkt. Ook recent zijn de recidivecijfers van tbs-gestelden over de gehele linie, van algemene tot tbs-waardige recidive, nog gedaald. Waar mogelijk wordt hard gewerkt aan verbetering. Met de sector zijn duidelijke afspraken gemaakt over onder meer maatregelen op het gebied van de doorstroming van patiënten, over transparantie in de verantwoording en over kwaliteitsmeting.
Zie voorts ook het antwoord op vraag 4.
Nee. Onder vraag 4 heb ik dit punt toegelicht.