Ingediend | 28 augustus 2013 |
---|---|
Beantwoord | 26 september 2013 (na 29 dagen) |
Indiener | Sietse Fritsma (PVV) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | bestuur de nederlandse antillen en aruba |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z16179.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-76.html |
Ja, het bericht is mij bekend.
Ik verwijs u graag naar mijn brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer, gedateerd 27 augustus 2013.
In 2012 zijn de laatste samenwerkingsmiddelen uit de begroting Koninkrijksrelaties ter beschikking gesteld aan de landen (Aruba, Curaçao en Sint Maarten) en de openbare lichamen (Saba, Sint-Eustatius en Bonaire). Hierbij is geen sprake van een rechtstreekse subsidieverlening, maar zijn de middelen ondergebracht bij de Stichting Fondo Desaroyo Aruba (FDA), Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (SONA) en stichting Antilliaanse Medefinancieringsorganisatie (AMFO). De uitvoering van het samenwerkingsbeleid zal nog tot en met 2013 doorlopen voor AMFO, tot en met 2014 voor SONA en tot en met 2015 voor FDA. Daarna is het aan de landen zelf om het beleid op het terrein van onderwijs, sociaaleconomische ontwikkeling, goed bestuur en veiligheid voort te zetten en hiervoor voldoende geld op de begroting moeten reserveren.
Zie antwoord vraag 3.
Ik verwijs u graag naar mijn brieven aan de Kamer, gedateerd 27 augustus en 13 september 2013.
Van de voormalige Nederlandse Antillen maken Saba, Sint-Eustatius en Bonaire als openbaar lichaam sinds 10 oktober 2010 deel uit van Nederland. Het internationale recht kent het zelfbeschikkingsrecht – dat wil zeggen het recht om te beslissen om al dan niet de banden binnen het Koninkrijk te verbreken – toe aan oud- koloniën zoals Curaçao, maar niet aan het oude moederland zoals Nederland. Het initiatief ligt dus geheel bij de Landen Aruba,Curaçao en Sint Maarten, en kan niet door Nederland worden genomen.