Ingediend | 21 augustus 2013 |
---|---|
Beantwoord | 12 september 2013 (na 22 dagen) |
Indiener | Paul Ulenbelt |
Beantwoord door | Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (VVD), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z15990.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-3204.html |
UWV heeft huurovereenkomsten gesloten met verhuurders die in Nederland en Duitsland zijn gevestigd. Zij stonden in mei 2013 in het Kadaster geregistreerd als (juridisch) eigenaar van de betreffende panden. In situaties waarbij sprake is van onderhuur (veelal van gemeenten), is de eigendomssituatie niet onderzocht.
Zie antwoord vraag 1.
Zoals u reeds gemeld, ben ik van mening dat de taak van UWV zich beperkt tot het sluiten van een rechtmatige overeenkomst met de verhuurder van het pand. De organisatie- en financieringsstructuur blijft daarmee de verantwoordelijkheid van de verhuurder, al mag deze structuur niet worden misbruikt voor criminele activiteiten of frauduleus handelen door een verhuurder. Het is echter aan de politie en de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst om op te sporen en het Openbaar Ministerie om te vervolgen.
Vanaf 1 juli 2013 heeft UWV ingevolge de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) de mogelijkheid gekregen om de integriteit van een verhuurder te beoordelen. UWV stelt hiervoor momenteel een Bibob-beleidslijn op en zal deze beleidslijn toepassen bij de huur van panden. Indien bij het onderzoek naar de rechtstreekse verhuurder signalen naar voren komen die wijzen op een (mogelijk) probleem met de integriteit van een verhuurder, kan UWV -afhankelijk van het signaal- een integriteitsonderzoek starten. Daarbij geldt dat een onderzoek naar de integriteit van een verhuurder een ingrijpend karakter heeft en gericht en weloverwogen moet worden ingezet. UWV heeft tevens de bevoegdheid om het Landelijk Bureau Bibob om aanvullend advies te vragen.
Er vindt in het huidige systeem geen onderzoek plaats naar potentiële kopers. Het afstoten van overheidsvastgoed vindt plaats op basis van openbaarheid waarbij op voorhand niet vaststaat welke belangstellende partij een onroerende zaak daadwerkelijk zal verwerven. Echter, mede naar aanleiding van de aanpassingen van de Wet Bibob wordt thans beleid geformuleerd waarbij toetsing kan leiden tot opschorting of ontbinding van de overeenkomst of beëindiging van de rechtshandeling.
Zie antwoord vraag 3.