Ingediend | 21 augustus 2013 |
---|---|
Beantwoord | 10 september 2013 (na 20 dagen) |
Indieners | Renske Leijten , Nine Kooiman |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | jongeren ziekten en behandelingen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z15987.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-3194.html |
In het betreffende bericht wordt een onjuist beeld geschetst. De betreffende cursus is bedoeld om beleidsmedewerkers van gemeenten inzicht te verschaffen in de jeugd-ggz en de jeugd-lvb. Voor beleidsmedewerkers en loketmedewerkers die zich gaan bezighouden met de jeugdhulp, is het belangrijk dat zij deze wereld goed leren kennen en daarom volgen zij nu verschillende cursussen. Dat wil nog niet zeggen dat zij daarmee bevoegd zijn om straks te kunnen gaan diagnosticeren. Diagnostiek en toeleiding tot de jeugd-ggz zal ook in het nieuwe stelsel gebeuren door artsen of andere deskundigen. Veel gemeenten richten daarvoor zorgteams in. Daarnaast blijft jeugdhulp ook toegankelijk via een verwijzing door de huisarts, jeugdarts of medisch specialist.
Het is aan de gemeenten om te bepalen welke opleidingen zij noodzakelijk achten om per januari 2015 goed toegerust te zijn. Ik kan me goed voorstellen dat het zinvol is als bepaalde medewerkers van gemeenten een goed beeld hebben van de jeugd-ggz en jeugd- lvb als onderdeel van de gehele jeugdhulp.
De inzet van gemeenten om hun beleidsambtenaren en loketmedewerkers inzicht te verschaffen in de verschillende aspecten van jeugdhulp, is een positieve bijdrage aan de transformatie die gemeenten in de jeugdhulp moeten realiseren. Immers, de doelstellingen van de jeugdwet kunnen alleen gerealiseerd worden als gemeenten met kennis van zaken tot een integraal aanbod van jeugdhulp komen.
Het beoordelen en diagnosticeren van psychiatrische problemen moet altijd door deskundigen worden gedaan. Op grond van de Jeugdwet kan dit een deskundige in dienst van de gemeente of als lid van een wijkteam zijn, maar ook een huisarts, jeugdarts of medisch specialist. Zij kunnen doorverwijzen naar alle vormen van jeugdhulp, waaronder jeugd-ggz.
In het nieuwe stelsel is het aan gemeenten om toeleiding naar passende ondersteuning, hulp en zorg te organiseren. Daarbij zullen zij in algemene zin ook oog hebben voor de schaarste die er is wat betreft het aanbod en de financiële middelen op dezelfde wijze als budgettaire beperkingen een rol spelen in het huidige zorgstelsel. Financiële overwegingen spelen niet mee bij het bepalen van de noodzaak van een individuele voorziening, maar zij kunnen wel een rol spelen bij het bepalen van de vorm van de voorziening en de jeugdhulpaanbieder door wie deze wordt uitgevoerd. Gemeenten zijn hierbij wel gehouden aan wettelijke randvoorwaarden. Zo hebben gemeenten een jeugdhulpplicht en moeten zij tijdig passende jeugdhulp inschakelen. Hierbij moeten zij de juiste deskundigheid inzetten om te kunnen bepalen welke jeugdhulp een jeugdige nodig heeft.
Kortom, een gemeente zal verstandig om moeten gaan met gemeenschapsgeld maar dat mag er niet toe leiden dat een kind geen adequate zorg krijgt.
Nee, deze opleidingen zijn niet te vergelijken. Zie verder antwoord vraag 1.
Nee, dat is zeer onwenselijk. Zie verder het antwoord op vraag 5.
Nee, dat is zeer onwenselijk. Zie verder het antwoord op vraag 5.
Nee, dat is zeer onwenselijk. Zie verder het antwoord op vraag 5.
Zie het antwoord op de vragen 1 en 4.
Nee, het is aan gemeenten om te bepalen hoe zij hun ambtenaren opleiden.
Het is aan gemeenten om te bepalen hoe zij hun ambtenaren opleiden. Ter voorbereiding op de overheveling van jeugdhulp worden in elk geval speciale workshops en kennisateliers aangeboden door het Transitiebureau Jeugd (een samenwerking tussen de ministeries van VWS en VenJ en de VNG), om gemeenteambtenaren extra inzicht te verschaffen in onder andere de verschillende vormen van jeugdhulp.
Nee. Zie verder het antwoord op vraag 5.
Gemeenten zijn op grond van de jeugdhulpplicht eraan gehouden tijdig, passende hulp te bieden. Deze hulp moet geboden worden door professionals. Iemand moet dus over de juiste papieren beschikken om dergelijke hulp te bieden, of hij/zij een bijstandsuitkering heeft of niet.