Ingediend | 12 augustus 2013 |
---|---|
Beantwoord | 4 november 2013 (na 84 dagen) |
Indiener | Nine Kooiman |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z15717.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-399.html |
Ik betreur de berichten in de media. De politie en ik willen op een goede manier invulling geven aan het werkgeverschap. Daar hoort bij dat zorg geboden wordt aan diegenen die het nodig hebben, en dat gebeurt ook. Hierbij is het van ondergeschikt belang of de problematiek werkgebonden is. Ik merk wel op, dat de inrichting van het HRM-domein en de zorglijn binnen de nationale politie nog gaande is. Ondertussen wordt er hard gewerkt om de belangen van alle betrokkenen zo goed mogelijk te behartigen.
Zie antwoord vraag 1.
Ik constateer dat de politie deze dossiers zo goed mogelijk probeert aan te pakken en dat daarbij de gewenste handelwijze en de uitgangspunten uit de Circulaire worden gehanteerd. Het gaat hier vaak om lang slepende zaken, met hun oorsprong nog in het oude bestel, toen de aanpak niet eenduidig was.
Inmiddels heeft een nieuw opgerichte beoordelingscommissie een beoordelingsprotocol en een instellingsbesluit in concept opgeleverd. De commissie moet nog formeel worden ingesteld door het Georganiseerd Overleg Politie (CGOP) en het protocol moet worden vastgesteld door het CGOP. Beiden zullen op korte termijn aan het CGOP worden aangeboden.
Ik heb de overtuiging dat het protocol de eenduidigheid in de omgang met de dossiers zal intensiveren.
De herkeuring door het UWV valt binnen de kaders van de reguliere sociale zekerheidswetgeving en kan voor iedere werknemer c.q. ambtenaar die langere tijd arbeidsongeschikt is aan de orde zijn. Politiemedewerkers vormen hierop geen uitzondering.
Deze herkeuring heeft niets van doen met het traject waarin door een erkend instituut in het kader van de Circulaire bij een politiemedewerker PTSS wordt vastgesteld, dat voor de gehele procedure leidend is.
Het beleid en de Circulaire zijn duidelijk. De korpsleiding staat hier achter. Het spreekt voor zich dat zij ook de handelswijze uitdraagt dat leidinggevenden medewerkers die het beleid rond PTSS niet conform de afspraken uitvoeren daarop aanspreken.
Zie antwoord vraag 5.
De Stichting Hulp voor Hulpverleners heeft 7 van de 25 dossiers die zij in bezit heeft inmiddels overgedragen aan het Meldpunt PTSS Politie. De overige 18 zijn om onbekende redenen (nog) niet overgedragen. Zoals alle meldingen die bij het Meldpunt PTSS worden gedaan, zijn deze dossiers zorgvuldig beoordeeld en is een advies aan de korpsleiding gegeven welke maatregelen er, binnen de bestaande regels, kunnen worden genomen. Elk dossier dat het Meldpunt PTSS Politie ontvangt wordt in behandeling genomen. Het is daarom van het grootste belang dat (oud-)medewerkers met PTSS-klachten zich melden bij het Meldpunt PTTS, zodat deze medewerkers geholpen kunnen worden. Net als u is het ook mij ernst dat er duidelijkheid komt voor politiemensen met PTSS. Vanzelfsprekend zal ik u op de hoogte houden over de voortgang van de werkzaamheden en resultaten in dit belangrijke dossier.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kooiman (SP) van uw kamer aan de minister van Veiligheid en Justitie over agenten met een trauma (ingezonden 12 augustus 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.