Ingediend | 26 juli 2013 |
---|---|
Beantwoord | 22 augustus 2013 (na 27 dagen) |
Indiener | Sadet Karabulut |
Beantwoord door | Jetta Klijnsma (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z15461.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-3007.html |
Navraag bij Cordaid leert dat de nieuwe projecten in de gemeenten Arnhem, Nijmegen, Breda en Den Haag gericht zijn op het stimuleren en het ondersteunen van sociaal ondernemerschap via lokale coöperaties. Over deze projecten heeft intensief contact en afstemming plaatsgevonden met de gemeenten Arnhem, Nijmegen en Breda. Met de gemeente Den Haag zal door Cordaid na de zomer contact opgenomen worden. Het is aan de betrokken gemeenten om te beoordelen hoe deze projecten aansluiten bij het lokale beleid. De projecten worden gefinancierd met gelden van particuliere donateurs uit het budget van Cordaid Bond Zonder Naam (in 2006 is de Bond Zonder Naam onderdeel geworden van Cordaid). Het betreft dus geen inzet van overheidsmiddelen of middelen die gereserveerd zijn voor armoedebestrijding in ontwikkelingslanden.
In Nederland kennen we een gedegen sociaal stelsel dat voor iedere Nederlander een bestaansminimum garandeert. De armoede die in derdewereldlanden voorkomt is daarmee onvergelijkbaar met de situatie in Nederland. Dit laat onverlet dat er ook in Nederland mensen zijn die de eindjes soms moeilijk aan elkaar kunnen knopen. Ik vind het dan ook positief dat talloze private initiatieven, zoals Cordaid, erop gericht zijn met inzet van vrijwilligers deze mensen te helpen. Hierbij is het natuurlijk van belang om een aanpak te kiezen die het beste past bij de specifieke situatie.
Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 3 juli 2013 over de intensivering van het armoede- en schuldenbeleid4 zijn gemeenten primair verantwoordelijk voor het lokale armoedebeleid. Vanuit mijn verantwoordelijkheid wil ik gemeenten zo goed mogelijk in staat stellen om deze verantwoordelijkheid in te vullen. Daarom heeft het kabinet dit jaar bijvoorbeeld € 20 miljoen extra vrijgemaakt voor de bestrijding van armoede- en schuldenproblematiek.
Effectief beleid komt vooral tot stand als alle betrokken publieke en private partijen samenwerken en kennis delen. Het kabinet zal partijen hiertoe stimuleren door hen in de regio’s bij elkaar te brengen.
Het betreft hier het stimuleren van sociaal ondernemerschap en het ondersteunen van mensen bij het opzetten van een klein bedrijf. Voor zover dit gepaard gaat met behoud van een uitkering gelden de regels van de bijstand voor zelfstandigen (BBZ).
De voorgenomen Participatiewet legt juist de nadruk op actief deelnemen aan de samenleving en vergroot, in combinatie met de afspraak die werkgevers en werknemers hebben gemaakt over extra banen voor mensen met een beperking, de kansen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op een betaalde baan. Werk blijft immers de beste weg uit de armoede.