Ingediend | 19 juli 2013 |
---|---|
Beantwoord | 2 augustus 2013 (na 14 dagen) |
Indiener | Sharon Gesthuizen (GL) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht staatsrecht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z15276.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2913.html |
De auteur van het aangehaalde artikel verwijst naar het advies van de Raad voor de Rechtspraak inzake het conceptwetsvoorstel computercriminaliteit III, dat ik in mei 2013 aan een aantal adviesorganen, waaronder de Raad voor de Rechtspraak, ter consultatie heb voorgelegd. Anders dan in het artikel wordt gemeld vindt de Raad voor de Rechtspraak niet dat er onderzoek moet worden gedaan naar de wettelijkheid van het decryptiebevel. Een dergelijk onderzoek is reeds verricht door het Tilburg Institute for Law, Technology and Society (TILT) van de Universiteit van Tilburg. Bij brief van 27 november 20122 heb ik uw Kamer het onderzoeksrapport, getiteld «Decryptiebevel en artikel 6 EVRM», aangeboden en in kennis gesteld van mijn reactie op de bevindingen van het onderzoek. De Raad voor de Rechtspraak beveelt wel aan om de verhouding tussen het decryptiebevel en artikel 6 EVRM in de memorie van toelichting nader te beschouwen en daarbij te betrekken de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Chambaz. Aan dit advies zal gevolg worden gegeven.
Zie antwoord vraag 1.
Het conceptwetsvoorstel dat in consultatie is gegeven voorziet in de voorafgaande toetsing van de voorgestelde opsporingsbevoegdheden door de rechter-commissaris. De Raad voor de Rechtspraak acht de keuze voor een dergelijke voorafgaande rechterlijke toetsing wenselijk en verstandig (advies d.d. 4 juli 2013, blz. 2). Overigens zullen alle adviezen over het wetsvoorstel, ook die van de Raad voor de Rechtspraak, zorgvuldig worden bestudeerd en verwerkt voordat het conceptwetsvoorstel aan de Raad van State wordt voorgelegd.