Ingediend | 17 juli 2013 |
---|---|
Beantwoord | 20 augustus 2013 (na 34 dagen) |
Indiener | Tanja Jadnanansing (PvdA) |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z15176.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2986.html |
Ja, daarvan ben ik op de hoogte. Mijn ambtsvoorganger, mevrouw Van Bijsterveldt – Vliegenthart, distantieerde zich in haar reactie op één van de vragen van de heer Çelik van de suggestie in die vraag dat zittenblijven hetzelfde zou zijn als verspilling. De meningen over «zittenblijven» en «verspilling» verschillen, hetgeen volgens haar een schatting van de kosten ook niet mogelijk maakte. Deze redenering gaat wat mij betreft nog steeds op. Nader onderzoek is dus noodzakelijk.
De pilot zomerscholen, geïnitieerd en uitgevoerd door CNV Onderwijs en de VO-raad en medegefinancierd door het Ministerie van OCW, is opgezet om te onderzoeken of zomerscholen een positief effect kunnen hebben op het terugdringen van het aantal zittenblijvers in het voortgezet onderwijs, en wat dit mogelijkerwijs betekent voor leerlingen (leerwinst en meer motivatie), leraren (beter gemotiveerde leerlingen), schoolleiders (hoger rendement) en besturen (terugdringen kosten). De voortgang en het resultaat van het experiment met de zomerscholen worden gemonitord.
De ervaringen met de zomerschool in 2013 zullen worden benut bij de aanpak voor de zomerschool in 2014. OCW ontvangt in december 2014 de resultaten van de evaluatie van beide jaren; op basis daarvan kunnen conclusies getrokken voor het eventuele vervolg. Hoewel de eerste bevindingen interessant zijn, is het op dit moment echter nog te vroeg om een goede schatting te kunnen geven van het aantal leerlingen dat door dit initiatief niet meer zal doubleren, en dus ook niet van de financiële vertaling daarvan.
Het experiment met de zomerscholen is mede bedoeld om hier meer inzicht in te krijgen. Ik wacht de evaluatie van het experiment af alvorens ik hier nadere uitspraken over doe. Ik verwacht deze evaluatie in december 2014 te ontvangen.
De eerste bevindingen zijn zeker interessant en veelbelovend, maar of daadwerkelijk geconcludeerd kan worden dat het experiment met de zomerschool een succes is, zonder onvoorziene negatieve neveneffecten, moet blijken uit de evaluatie van dat experiment. Op de uitkomsten daarvan zal ik nu niet vooruitlopen.
Het experiment beslaat reeds twee jaren: deze zomer en de zomer van 2014. Besluitvorming over het al dan niet verlengen van het experiment zal mede gebaseerd zijn op de evaluatie ervan. Zoals gezegd loop ik hierop nu nog niet vooruit.