Ingediend | 1 juli 2013 |
---|---|
Beantwoord | 23 augustus 2013 (na 53 dagen) |
Indiener | Jasper van Dijk |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD), Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA) |
Onderwerpen | basisonderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z13767.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-3012.html |
Ik sta positief tegenover innovatieve initiatieven uit de samenleving. De samenleving is permanent in beweging en het onderwijs ook. Het gebruik van moderne apparatuur is een onderdeel van die beweging. Scholen zijn vrij om te bepalen of ze hierin voorop willen lopen of juist niet. De plannen van stichting 04NT sluiten in ieder geval goed aan bij het ict-doorbraakproject in het onderwijs zoals dat in het regeerakkoord genoemd staat.
Scholen zijn vrij om binnen de wettelijke kaders het onderwijs vorm te geven. Wel wil ik vanuit mijn verantwoordelijkheid voor het stelsel weten wat er op scholen gebeurt, zeker op scholen met nieuwe concepten. Leerlingen mogen niet de dupe worden van experimenteerdrift die ten koste gaat van de onderwijskwaliteit. De inspectie zal dan ook extra toezicht houden op de Steve Jobsscholen. Op basis van de plannen van O4NT zie ik geen aanleiding om me nu zorgen te maken over de beoogde manier van werken.
Binnen de wettelijke kaders die voor scholen gelden, kiezen zij het pedagogisch-didactisch concept waarmee ze hun onderwijs vorm geven. Gezien deze vrijheid is het niet aan mij een oordeel uit te spreken over de keuze voor klassikaal leren, leren met een coach of leren met een eigen leerweg. Als gezegd houdt de inspectie, met inachtneming van deze vrijheid, extra toezicht op deze scholen.
Het basisonderwijs moet leiden naar het realiseren van de kerndoelen. Of dit met een klassikaal systeem of met individuele leerlijnen gebeurt is een keuze van de school. Aan Steve Jobsscholen worden dezelfde kwaliteitseisen gesteld als andere scholen. Dat betekent dat zij zich op dezelfde manier moeten verantwoorden over leerresultaten (tussentijds en aan het einde van de basisschoolperiode) en dat voor hen dezelfde normen gelden als andere basisscholen.
Zoals ik eerder al heb geantwoord zie ik geen reden om op voorhand aan te nemen dat de beoogde manier van werken aanleiding geeft tot zorgen. Uit de gesprekken die met de initiatiefnemers zijn gevoerd, is evenmin gebleken dat leerlingen op de Steve Jobsscholen aan hun lot overgelaten zullen worden. Uiteindelijk moet een school(concept) zich in de praktijk bewijzen. Zo zal ik deze scholen ook benaderen.
De initiatiefnemers hebben aangegeven binnen hun concept meer flexibiliteit in de onderwijstijd te zoeken dan nu wettelijk mogelijk is. Ik sta hier niet afwijzend tegenover en ben op dit moment aan het uitzoeken of en hoe dit vorm kan krijgen. Hierbij zal overigens niet worden getornd aan de minimale onderwijstijd. Ik ben nu aan het verkennen of het ontwerpen van een AMvB op grond van artikel 176k van de Wet op het primair onderwijs hiervoor mogelijkheden biedt. Ik zal de Kamer hier in de loop van het schooljaar 2013–2014 over informeren. Tot er een experiment is ingericht, zullen alle scholen moeten voldoen aan de geldende wet- en regelgeving.
De Steve Jobsscholen zullen aan dezelfde kwaliteitseisen moeten voldoen als andere basisscholen. Uit de plannen van O4NT blijkt niet dat deze scholen dat niet zullen doen. Ook hier geldt dat dit uiteindelijk in de praktijk bekeken moet worden.
Ook voor de inspectie geldt dat zij scholen de ruimte geeft om binnen de wettelijke kaders en met inachtneming van de onderwijskwaliteit het onderwijs zelf vorm te geven. Wel heeft de inspectie, net als u en ik, bijzondere aandacht voor deze scholen vanwege hun vernieuwende karakter. Er is overleg geweest tussen de inspectie en de initiatiefnemers om wederzijds uitleg te geven over het initiatief en de relatie met het toezicht. De inspectie heeft aangegeven extra toezicht op de scholen te zullen houden met aandacht voor de vernieuwende aspecten van het concept. De initiatiefnemers hebben aangegeven hier positief tegenover te staan.
Vanzelfsprekend deel ik uw oordeel dat, gezien het huidige ontwikkelingsstadium van artificiële intelligentie, een leraar niet vervangen kan worden door een computer. Het is mij ook niet bekend dat de Steve Jobsscholen dit van plan zijn.
De Commissie Dijsselbloem concludeert inderdaad dat er bij de invoering van het nieuwe leren risico’s zijn genomen. De commissie heeft echter onderwijsvernieuwingen onderzocht die landelijk zijn ingevoerd, hetgeen wezenlijk verschilt van een initiatief als de Steve Jobsscholen. Dit is juist vanuit het onderwijsveld zelf ontwikkeld, gedragen door schoolleiders, leraren, ouders en andere betrokkenen. De wet biedt ruimte om te experimenteren en in dit kader zal monitoring en een evaluatie plaatsvinden.
Ik kan deze opvatting volgen, maar vind het veel te ver gaan om op basis hiervan bij voorbaat al een oordeel te vellen over onderwijs met gebruik van tablets. Dit heeft namelijk ook voordelen, zoals het feit dat leerlingen interactief en adaptief met de stof bezig kunnen zijn. Ook kan ict de instructie verrijken en variatie bieden. Uiteindelijk is het doorslaggevend hóe ict gebruikt wordt en is het aan scholen die hiermee werken om hier goed mee om te gaan. Daarnaast zal slechts bij een gedeelte van de onderwijstijd gebruik gemaakt worden van tablets.
Ik heb er vertrouwen in dat de inspectie scholen die onder de maat presteren opspoort en aanpakt. Net zoals bij de succesvolle aanpak van (zeer) zwakke scholen. Zoals ik eerder heb geantwoord zal de inspectie op de Steve Jobsscholen intensiever toezicht houden. Tevens leren we van de ervaring door monitoring en evaluatie, waarbij onder meer gekeken wordt naar het effect van dit experiment op het leergedrag.
Scholen in Nederland hebben grote vrijheid om hun onderwijs volgens de eigen ideeën in te richten. Het Nederlandse onderwijs kent daarmee een hoge mate van pluriformiteit. De vrijheid die scholen hebben, kent echter ook wettelijke grenzen, bijvoorbeeld voor de onderwijstijd, de bevoegdheid van leraren en de kerndoelen.
Ik ben nu aan het verkennen of middels het ontwerpen van een AMvB op grond van artikel 176k van de Wet op het primair onderwijs tegemoet kan worden gekomen aan deze scholen, zodat we hier als stelsel van kunnen leren. Daarnaast heeft de inspectie een belangrijke rol in het signaleren van tekortkomingen op scholen. Al met al zie ik dit initiatief met vertrouwen en belangstelling tegemoet.