Ingediend | 26 juni 2013 |
---|---|
Beantwoord | 1 oktober 2013 (na 97 dagen) |
Indiener | Stientje van Veldhoven (D66) |
Beantwoord door | Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z13373.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-119.html |
Sinds 1814 maakt deze vermelding deel uit van het afkondigingsformulier. Zij is geen element van onze staatsinrichting, maar behoort tot een «eeuwenoude traditie waarin een religieuze opvatting tot uitdrukking wordt gebracht, zoals bijvoorbeeld ook in ons volkslied.»1
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Het element «enz.» tussen «Wij» en «Koning der Nederlanden» biedt blijkens de wetsgeschiedenis en de wetgevingspraktijk ruimte voor de vermelding.
Zie antwoord vraag 4.
Sinds de grondwetsherziening van 1983 is het afkondigingsformulier opgenomen in additioneel artikel XIX van de Grondwet. Dit bepaalt tevens dat de tekst van het formulier van kracht blijft totdat hiervoor een regeling is getroffen. De grondwetgever heeft er derhalve voor gekozen – anders dan bij andere additionele artikelen2 – geen termijn te verbinden aan het treffen van een regeling.
Zie antwoord vraag 6.
De indiening van een voorstel van (rijks)wet hierover heeft – mede in het licht van de uitvoering van het wetgevingsprogramma met een bezuinigingsdoelstelling van 50 miljoen of meer en de kosten verbonden aan de inzet van schaarse wetgevingscapaciteit – geen prioriteit.
De vragen die zijn ingezonden door het lid Van Veldhoven (D66), kenmerk 2013Z13373, zijn ontvangen en zullen worden beantwoord. Tijdens de zomerperiode ontbrak de gelegenheid voor een zorgvuldige interdepartementale voorbereiding van de beantwoording. Het streven is erop gericht dat de beantwoording binnen een maand plaatsvindt.