Ingediend | 21 juni 2013 |
---|---|
Beantwoord | 14 augustus 2013 (na 54 dagen) |
Indiener | Marianne Thieme (PvdD) |
Beantwoord door | Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z12951.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2961.html |
Dit is een zeer te betreuren gebeurtenis voor de varkens en de getroffen ondernemer. Dit soort calamiteiten geeft aan hoe belangrijk het is dat er noodsystemen aanwezig zijn, dat er een alarmsysteem in werking treedt en dat beiden regelmatig worden getest.
Het onderzoek naar de toedracht van deze calamiteit is nog niet afgerond maar uit voorlopige resultaten blijkt dat zowel het noodsysteem als het alarm niet in werking zijn getreden. Voor het onderzoek is de betreffende apparatuur meegenomen waarbij wordt uitgezocht wat de oorzaak is geweest. Tevens wordt onderzocht wanneer de apparatuur voor het laatst is gecontroleerd.
Uit beschikbare bronnen blijkt dat in de afgelopen 5 jaar drie soortgelijke situaties hebben voorgedaan in de varkenshouderij. Het ging hier in totaal om respectievelijk 230, 900 en 500 varkens. In de pluimveehouderij zijn op basis van beschikbare bronnen tot nog toe geen vergelijkbare gevallen bekend. Vorig jaar bleek echter op verschillende bedrijven dat bij extreem hoge buitentemperaturen de ventilatie onvoldoende toereikend was. Op 2 bedrijven kwamen hierbij 400 kippen om.
In de Europese richtlijn over het welzijn van productiedieren (98/58/EG) die is geïmplementeerd in het nationale Besluit welzijn productiedieren is vastgelegd dat, indien een dier afhankelijk is van een kunstmatig ventilatiesysteem, deze voorzien moet zijn van een noodsysteem waarmee voldoende verse lucht kan worden aangevoerd om de gezondheid en het welzijn van het dier te waarborgen als het hoofdsysteem uitvalt. Indien het hoofdsysteem uitvalt moet een alarmsysteem in werking treden en dit alarmsysteem moet regelmatig worden getest.
Indien deze systemen niet aanwezig zijn of indien wel aanwezig maar niet regelmatig gecheckt dan vormen dichte stallen een risico voor zowel mens als dier. Daarom wordt hier zowel door de NVWA als door controlerende instanties in het kader van ketenkwaliteitssystemen op gecontroleerd en kan indien nodig handhavend worden opgetreden. De ondernemer heeft er baat bij dat er een goed werkend ventilatiesysteem aanwezig is; er is geen reden deze uit te schakelen. Ik ben derhalve niet voornemens een tijdscontrolesysteem voor te gaan schrijven.
De huidige Europese regelgeving en de implementatie daarvan door middel van nationale regelgeving voldoet. Wel ben ik bereid, mede naar aanleiding van de motie van het lid Ouwehand (33 605-XIII, nr. 18) van 4 juli 2013, om deze zomer extra stalklimaatcontroles uit te voeren op veehouderijbedrijven. Hierover bent u middels een aparte brief geïnformeerd.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.