Kamervraag 2013Z12316

Een wetsvoorstel van de Israëlische regering strekkende tot de gedwongen verplaatsing van tienduizenden bedoeïenen

Ingediend 13 juni 2013
Beantwoord 22 juli 2013 (na 39 dagen)
Indiener Désirée Bonis (PvdA)
Beantwoord door Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA)
Onderwerpen internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z12316.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2885.html
1. «Law for Regularizing Bedouin Habitation in the Negev-2012».
  • Vraag 1
    Bent u op de hoogte van het recente voornemen van de Israëlische regering een wetsvoorstel in te dienen bij het parlement dat de weg moet vrijmaken voor de gedwongen verhuizing van 20 à 40.000 bedoeïenen uit hun traditionele akker- en graaslanden in de Negev naar een aantal daartoe gecreëerde «townships»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Bent u op de hoogte van het met argumenten onderbouwde oordeel van Amnesty International dat dit voorstel een schending van het internationaal recht behelst? Zo ja, deelt u dit oordeel? Zo nee, kunt u aangeven op welke punten uw oordeel afwijkt van dat van AI en waarom?

    Ik ben bekend met het oordeel van Amnesty International, dat relevante punten aanstipt. Het is niet aan het Nederlandse kabinet om een oordeel uit te spreken over een wetsvoorstel dat nog definitief door de Israëlische wetgevende macht moet worden beoordeeld.

  • Vraag 3
    Aannemende dat u dit oordeel onderschrijft en in aanmerking nemende dat dit voorstel een nieuw en schrijnend hoofdstuk dreigt toe te voegen aan de systematische discriminatie door de Staat Israël van de bedoeïenen van de Negev, bent u bereid er tijdens uw aankomende bezoek aan Israël bij de Israëlische regering op aan te dringen het wetsvoorstel in lijn te brengen met de verplichtingen die voortvloeien uit internationaal recht?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Bent u tevens bereid uw Israëlische gesprekspartners onder ogen te brengen dat niet alleen de voortgaande bouw van nederzettingen in de bezette Palestijnse gebieden, maar ook de discriminatoire behandeling van de Arabische minderheid binnen de grenzen van Israël zelf een hypotheek legt op de goede betrekkingen tussen Nederland en Israël? Zo nee: is dit naar uw oordeel niet het geval of acht u het minder opportuun dit feit onder de aandacht te brengen van uw Israëlische ambtgenoot? Indien het laatste van toepassing is, kunt u toelichten waarom dat minder opportuun moet worden geacht?

    Het kabinet is structureel in dialoog met Israël over mensenrechten, waaronder de situatie van de Arabische minderheid, die in een structureel achtergestelde positie verkeert. De ambassade in Tel Aviv volgt deze kwestie nauwgezet en spreekt hierover met de Israëlische overheid, al dan niet in EU-verband. Waar opportuun en mogelijk ondersteunt de ambassade tevens organisaties die zich richten op het verbeteren van de sociaaleconomische situatie van Arabische Israëli’s. Mensenrechten zijn tevens besproken tijdens mijn eigen bezoek aan Israël en de Palestijnse Gebieden van 17 tot 19 juni 2013.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z12316
Volledige titel: Een wetsvoorstel van de Israëlische regering strekkende tot de gedwongen verplaatsing van tienduizenden bedoeïenen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-2885
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Bonis over een wetsvoorstel van de Israëlische regering strekkende tot de gedwongen verplaatsing van tienduizenden bedoeïenen