Ingediend | 13 juni 2013 |
---|---|
Beantwoord | 10 juli 2013 (na 27 dagen) |
Indiener | Marianne Thieme (PvdD) |
Beantwoord door | Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z12096.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2798.html |
Ja.
Het verbod van de Flora- en Faunawet strekt ertoe die plaatsen te beschermen waar vogels daadwerkelijk nestelen en of broeden. Daarom dient men zich voorafgaand aan mogelijk verstorende werkzaamheden zoals maaien te vergewissen van de aanwezigheid van vogels, hun nesten, eieren of jongen, teneinde daarmee rekening te houden. Dit geldt met name gedurende de broedtijd.
Nee, een dergelijk verbod zou een te zware inbreuk vormen op de praktijk van onder andere de agrarische en de houtsector, slechts een zeer minimale meerwaarde hebben ten opzichte van de huidige wettelijke bescherming en daarmee zijn doel voorbij schieten.
De Flora- en faunawet voorziet in een stevig stelsel van verboden op schadelijke menselijke handelingen ter bescherming van inheemse diersoorten.
Het bericht «Overleg gemeente en Provincie over uitmaaien nesten?» versterkt mijn overtuiging dat provincies en gemeenten hun handhavende verantwoordelijk-heden in de regel goed oppakken en dat een geval zoals zich in Rhenoy heeft voorgedaan een incident is.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 5.
Inzake het project «gedragscode Land- en Tuinbouw» is gebleken dat het instrument gedragscode, zoals bedoeld in de Flora- en faunawet, onvoldoende aansluit op de dagelijkse praktijk en de mogelijkheden van de agrarische sector, om tot een volwaardige gedragscode Flora- en faunawet te komen.
Waar in andere sectoren een gedragscode goed aansluit op de praktijk en organisatiegraad van de betreffende sectoren, zijn agrarische ondernemers in hun dagelijkse praktijk te zeer afhankelijk van onvoorspelbare factoren zoals het weer. Bovendien kunnen agrarische ondernemers niet op vergelijkbare wijze als andere sectoren beschikken over ecologische kennis. Uit pilots is gebleken dat voor een gedragscode onvoldoende draagvlak is bij agrarische ondernemers.