Ingediend | 6 juni 2013 |
---|---|
Beantwoord | 27 juni 2013 (na 21 dagen) |
Indieners | Otwin van Dijk (PvdA), Agnes Wolbert (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z11437.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2707.html |
Ja.
Zoals aangegeven in mijn beantwoording van de vragen van het lid Leijten is er nog geen sprake van feitelijke aanvragen van transitiebedragen door instellingen en dus ook niet van toetsing van die aanvragen door respectievelijk verzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Ik heb dus geen overzicht beschikbaar en ik kan niet vooruit lopen op de uitkomsten van dit proces.
Zie antwoord vraag 2.
Ik verwijs hiervoor naar mijn antwoord op vragen 14 en 15 van het lid Leijten.
Zoals eerder aangegeven hebben zorgverzekeraars een centraal team ingesteld om namens de gezamenlijke verzekeraars de aanvragen (voorlopige aanvraag in 2013 en definitieve aanvraag in 2014) van de ziekenhuizen voor een transitiebedrag te beoordelen. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft aangegeven dat het doel hierbij is om tot een gelijke behandeling voor alle ziekenhuizen te komen en elke schijn van «lokale deals» en ruimte voor misbruik te voorkomen. De aanpak van het centrale team is in een beschrijving en een beoordelingsprotocol vastgelegd en is beschikbaar voor alle betrokkenen.
Voor de definitieve aanvragen wordt gewerkt aan het tijdig declareren van de DBC-zorgproducten geopend in 2012 en het afronden van de controle daarop. Daarmee kunnen volgens ZN schattingen uit de voorlopige aanvragen worden vervangen door harde feiten die door de accountants van ziekenhuizen kunnen worden gecontroleerd. Het «opblazen» van voorzieningen om maximale claims in te kunnen dienen (één van de in het onderzoeksrapport gesignaleerde risico’s) wordt hiermee aangepakt. De overige aanbevelingen betreffen vooral analyses over een aantal jaren die pas kunnen worden uitgevoerd in 2014 of 2015. Daarvoor worden volgens ZN voor zover mogelijk voorbereidende werkzaamheden gedaan.
Aangezien er nog geen aanvragen door instellingen ingediend zijn ga ik niet speculeren over de mogelijke vaststelling van fraude bij de totstandkoming van transitiebedragen.
Ik ga er van uit dat met de inzet van verzekeraars, instellingen en de NZa de definitieve vaststelling van de transitiebedragen in 2014 zal worden afgerond. Ik verwacht eind dit jaar een eerste inzicht te kunnen geven aan de hand van een beoordeling van voorlopig aangevraagde transitiebedragen door de NZa.
Ten tijde van de opstelling van de instellingsbegrotingen over het jaar 2013 was er, net als overigens bij de opstelling van de instellingsbegrotingen 2012, nog geen inschatting van de hoogte van de (voorlopige) transitiebedragen beschikbaar.
In die zin is er sprake van onzekerheid in termen van de begroting. In 2014 zal het transitiemodel afgebouwd zijn en worden er dus ook geen bedragen meer verrekend uit hoofde van dat model die relevant kunnen zijn voor de opstelling van de instellingsbegrotingen over dat jaar.