Ingediend | 29 mei 2013 |
---|---|
Beantwoord | 14 juni 2013 (na 16 dagen) |
Indiener | Angelien Eijsink (PvdA) |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z10614.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2565.html |
Ja.
Het Amerikaanse ministerie van Defensie gaat om veiligheidsredenen niet in op berichten over mogelijke infiltraties van hun computersystemen. Dat geldt ook voor specifieke tegenmaatregelen. Wel is mij bekend dat vrijwel dagelijks, net zoals in andere landen, wordt getracht via het internet in computersystemen in te breken. Het Amerikaanse ministerie van Defensie neemt dergelijke pogingen zeer serieus en bestrijdt die intensief. Bij het ontwerp en de inrichting van computersystemen die vertrouwelijke informatie bevatten, wordt terdege rekening gehouden met de bescherming daarvan. Zo is hooggerubriceerde informatie niet opgeslagen op systemen die vanuit het internet toegankelijk zijn. Aangezien de data over de operationele capaciteiten van de F-35 hoog gerubriceerd zijn, is toegang tot deze informatie door digitale inbraak nagenoeg uitgesloten. De operationele veiligheid van de F-35 is niet in gevaar.
Zoals bekend neemt Defensie de beveiliging van vertrouwelijke informatie zeer serieus. De MIVD is voortdurend actief om (digitale) spionage tegen Defensie en met Defensie verbonden bedrijven te onderkennen en te verstoren. Hiertoe werkt de MIVD nauw samen met partnerdiensten in het buitenland. Dit geldt ook voor vertrouwelijke en hoog gerubriceerde informatie en de informatiesystemen waarop deze informatie is opgeslagen.
De berichtgeving in de media berust op een in de Verenigde Staten uitgevoerd onderzoek naar Cyber Security. Het openbare deel van het rapport
Voor het F-35 programma is eerder gerapporteerd over een incident in 2007 waarnaar het artikel in de Washington Post ook verwijst. Zie ook de antwoorden van 22 april 2009 op vragen van het lid Brinkman (Kamerstuk 26 488, nr. 175) naar aanleiding van dit incident.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.