Ingediend | 27 mei 2013 |
---|---|
Beantwoord | 3 juli 2013 (na 37 dagen) |
Indieners | Manon Fokke (PvdA), Myrthe Hilkens (PvdA) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z10368.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2772.html |
Ja.
Ik deel de mening niet dat er in Maastricht sprake is van onduidelijk lokaal beleid. Ik constateer juist dat in Maastricht de partners in de driehoek eenduidig opereren en dat de verkoop aan drugstoeristen zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk voortvarend wordt aangepakt. Ik heb vertrouwen in de aanpak van de lokale driehoek van Maastricht.
De burgemeester stelt het coffeeshopbeleid binnen het landelijke kader (Opiumwet en de Aanwijzing van het Openbaar Ministerie) vast. De lokale driehoek vult het beleid concreet in en stelt prioriteiten bij de dagelijkse handhaving. De handhaving geschiedt in overleg met de betrokken gemeenten en zo nodig gefaseerd, waarbij wordt aangesloten bij het lokale coffeeshop- en veiligheidsbeleid zodat er sprake is van lokaal maatwerk. De lokale driehoek in Maastricht heeft het beleid zodanig ingevuld dat het ingezetenencriterium wordt gehandhaafd. Over de actuele situatie in Maastricht heb ik uw Kamer reeds bij brief van 29 mei geïnformeerd (Kamerstukken II, 24 077, nr. 309).
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 2.
De antwoorden op de vragen van 22 mei 2013 zijn op 28 mei 2013 aan uw Kamer toegezonden.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Hilkens en Fokke (beiden PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de aanpak van overlast bij coffeeshops (ingezonden 27 mei 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.