Ingediend | 22 mei 2013 |
---|---|
Beantwoord | 4 juni 2013 (na 13 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | ontslag organisatie en beleid werk zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z09981.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2459.html |
Naar ik heb begrepen heeft de zorgorganisatie Sensire ervoor gekozen om voor 800 thuishulpen die werkzaam zijn bij Thuishulp Sensire B.V. ontslag aan te vragen. De achtergrond van deze aanvraag is volgens Sensire gelegen in het financiële risico dat zij zien voor de continuïteit van haar diensten als gevolg van onduidelijkheid over gemeentelijk beleid ten aanzien van de huishoudelijke hulp vanaf 2014. Het huidige contract van Sensire eindigt per 1 januari 2014. Het is een afweging van de organisatie zelf, welke keuzes zij maakt en op welke wijze ze daarbij anticipeert op mogelijke veranderingen en haar personeelsomvang aanpast. Het is aan de betreffende gemeenten om te voorzien in de continuïteit van de ondersteuning en tijdig daartoe één of meerdere aanbieders te contracteren.
In mijn brief aan u van 25 april 20132 heb ik aangegeven dat ik de voorgenomen maatregelen op het terrein van huishoudelijke hulp op een tweetal onderdelen heb verzacht. De huishoudelijke hulp blijft in 2014 voor nieuwe cliënten beschikbaar en vanaf 2015 worden de middelen beperkt tot 60% in plaats van tot 25%.
Op dit moment valt niet te zeggen of het mogelijk blijft dat mensen hun vertrouwde thuiszorgmedewerker in 2014 kunnen behouden. Dat hangt namelijk af van de wijze waarop de betrokken gemeenten (Lochem, Bronckhorst, Doetinchem, Oost Gelre, Berkelland, Winterswijk, Aalten en Oude IJsselstreek) hun beleid ten aanzien van de huishoudelijke hulp gaan vormgeven en welke aanbieder(s) zij gaan contracteren. De besluitvorming in de betrokken gemeenten is nog gaande. Hierbij geldt de waarborg van artikel 10 van de Wmo, welke bepaling nieuwe aanbieders verplicht om met de oude aanbieders te overleggen over de overname van betrokken personeel. De gemeenten hebben de taak erop toe te zien dat dit overleg wordt gevoerd.
Het huidige contract dat Sensire heeft met de acht gemeenten eindigt per 1 januari 2014. Omdat het contract al tweemaal was verlengd, zouden gemeenten verplicht zijn om aan- of in te besteden. Afhankelijk van de gekozen procedure zouden andere thuiszorgaanbieders ook kunnen inschrijven op de opdracht. Ik heb onvoldoende aanleiding om te veronderstellen dat gemeenten in grote problemen komen als een zorgaanbieder besluit om ontslag aan te vragen voor haar medewerkers.
Zie antwoord vraag 3.
Zoals ik onder 1 heb aangegeven is het aan de zorgaanbieders om afwegingen te maken die hun onderneming betreffen. Bij een aflopend contract heeft een zorgaanbieder niet de garantie dat hij ook een nieuw contract bij de gemeente zal verwerven. Ik heb niet het beeld dat de financiële haalbaarheid van de zorgverlening in zijn algemeenheid in het geding is. De continuïteit van de zorgverlening is gebaat bij goed opdrachtgeverschap van gemeenten en goed opdrachtnemerschap van aanbieders. Ter ondersteuning daarvan heb ik in 2012 en dit jaar handreikingen opgesteld, namelijk een handreiking voor gemeenten en aanbieders waarin de stappen beschreven staan om goed opdrachtgever- en opdrachtnemerschap te realiseren, en een handreiking voor gemeenten om te komen tot reële basistarieven voor de huishoudelijke hulp.
Ook de komende tijd zal ik gemeenten en aanbieders verder ondersteunen tijdens de transitie om te komen tot een nieuw stelsel voor zorg en ondersteuning. Het thema opdrachtgeverschap zal daar een belangrijke rol in spelen. Door in overleg met VNG en andere partijen een transitieplan op te stellen heb ik er vertrouwen in dat het goed mogelijk blijft voor aanbieders om zorgverlening te blijven bieden.
Zie antwoord vraag 5.
Ik ben er van op de hoogte hoe belangrijk huishoudelijke ondersteuning is voor die mensen die hierop zijn aangewezen en deze ondersteuning niet zelf kunnen organiseren.
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 heb aangegeven, is het een afweging van de organisatie zelf op welke wijze ze anticiperen op mogelijke veranderingen en vervolgens hun personeelsomvang aanpassen. Het is niet aan mij om in deze afweging te treden. Het is aan de betrokken gemeenten om vanaf 2014 de mensen voor wie huishoudelijke hulp noodzakelijk is, ondersteuning te bieden.
Deze informatie is mij niet bekend. Wel blijf ik de situatie op de arbeidsmarkt nauwlettend volgen in het kader van het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn dat ik samen met sociale partners laat uitvoeren. Ook de uitkomsten van de Arbeidsmarkteffectrapportage kunnen hier inzichten opleveren. De eerste effectrapportage wordt komende zomer naar de Kamer verzonden.