Ingediend | 22 mei 2013 |
---|---|
Beantwoord | 26 juni 2013 (na 35 dagen) |
Indiener | Magda Berndsen (D66) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z09924.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2687.html |
Ja.
Het voornemen bestaat om in 2014 een pilot te starten met een stroomstootwapen in de basispolitiezorg. Het voornaamste doel hiervoor is om te bezien of dit middel er voor kan zorgen dat er minder gebruik hoeft te worden gemaakt van zwaardere geweldsmiddelen, zoals bijvoorbeeld de politiehond of het vuurwapen. Daarnaast heeft het tot doel ervoor te zorgen dat de kans op letsel bij politieambtenaren vermindert omdat ze beter uitgerust zijn om op te treden tegen zeer gewelddadige personen die een gevaar voor zichzelf en de omgeving vormen.
Met de commissie ben ik van mening dat een dergelijke pilot pas van start kan gaan als er duidelijke instructies zijn voor het gebruik van een stroomstootwapen en nadat de desbetreffende politieambtenaren hiervoor een adequate opleiding hebben gehad.
Ik ben echter niet van mening dat er reden is om de pilot te heroverwegen of hiervan af te zien.
Uit het door de Politieacademie opgestelde evaluatierapport van de Taser pilot bij de arrestatieteams2 blijkt wat de (inter)nationale ervaringen zijn met het gebruik van stroomstootwapens bij de politie. Uit dit evaluatierapport, dat op 18 april 2011 aan uw Kamer is gezonden, blijkt onder meer dat een stroomstootwapen, zoals de Taser, een relatief veilig geweldsmiddel is mits het op de juiste wijze wordt gebruikt. Door de inzet van stroomstootwapens kan vaak het gebruik van zwaardere geweldsmiddelen, met soms blijvende schade, worden voorkomen.
Ik deel daarom niet het standpunt van het Comité dat dergelijk stroomstootwapens niet gebruikt zouden mogen worden.
Naar verwachting zal er in 2014 worden gestart met een pilot met de Taser in de basispolitiezorg. Er heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden over welke eenheden deel zullen gaan nemen aan de pilot.
De Burgemeester van Amsterdam heeft kenbaar gemaakt dat Amsterdam geen onderdeel wenst uit te maken van de pilot met de Taser. Hij heeft daarbij aangegeven dat hij niet op voorhand tegen het gebruik van Tasers is, maar dat hij eerst uit praktijkervaring en evaluaties wil vernemen wat de voor- en nadelen en de risico’s zijn.
Ik heb geen geluiden uit andere gemeenten ontvangen.
Onder andere uit het in 2012 verschenen WODC-rapport Politiële bewapening in perspectief blijkt dat de intensiteit van het geweldsgebruik tegen de politie is toegenomen (Kruize en Gruter, 2012). In veel gevallen blijkt (overmatig) alcohol en drugsgebruik als katalysator te werken voor agressie en geweld tegen politiemensen. De politie zoekt een legitieme, maar doortastende, manier om hier effectief tegen op te treden. Een stroomstootwapen zou hierbij in bepaalde situaties een uitkomst kunnen bieden. Dit wapen is namelijk – in tegenstelling tot de wapenstok en de pepperspray – wel effectief als mensen niet meer op pijnprikkels reageren (bijvoorbeeld als gevolg van overmatig gebruik van alcohol en drugs).
Het doel van de inzet van een stroomstootwapen is het verminderen van verwondingen, zowel van burgers als van politiemensen, in situaties waarbij politiemensen moeten omgaan met geweld of gewelddadige confrontaties.
Uit wetenschappelijk onderzoeken uit onder meer de Verenigde Staten, Canada, Groot Brittannië en Australië blijkt dat na de invoering van stroomstootwapens de kans op letsel daalt voor zowel de politie als de verdachten. Uit deze onderzoeken blijkt ook dat de aanwezigheid van een stroomstootwapen en / of het dreigen met dit wapen een grote preventieve werking heeft in gewelddadige situaties. Uit de pilot in de basispolitiezorg zal moeten blijken of dit ook in de Nederlandse situatie het geval zal zijn.
De jaarlijkse kosten van de Taser voor de Aanhoudings- en Ondersteuningseenheden (AOE’s) bedragen op dit moment circa 100.000,– euro. De kosten van de invoering van een stroomstootwapen in de basispolitiezorg zijn op dit moment nog niet goed in te schatten omdat nog niet duidelijk is welk merk en type stroomstootwapen het beste aansluit op de wensen van de basispolitiezorg en hoeveel stroomstootwapens de politie wil aanschaffen.
De opbrengsten komen tot uiting in het feit dat politieagenten door het gebruik van een Taser niet over hoeven te gaan op zwaarder politiegeweld en zichzelf beter kunnen beschermen tegen gewelddadige personen, waardoor de kans op letsel daalt.
In het evaluatierapport van de politieacademie over de pilot bij de AOE’s zijn uitgebreide gegevens opgenomen over de inzetcijfers en wijze van gebruik van de Taser gedurende de pilotperiode.
Vanaf 1 januari 2011 tot 1 mei 2013 is de Taser 20 maal ingezet.
Het doel is steeds geweest om de verdachte op een veilige manier en met zo min mogelijk geweld aan te houden. De Taser is in deze periode tevens drie maal ingezet tegen een agressieve hond.
Na de inzet van de Taser wordt, conform de ambtsinstructie, een geweldsmelding gedaan en wordt de inzet beoordeeld op proportionaliteit en subsidiariteit. Hieruit is naar voren gekomen dat de Taser in alle gevallen terecht is ingezet.
Het lid van een AOE dat bevoegd is de Taser in te zetten is opgeleid, gecertificeerd en getraind. Er vindt jaarlijks een toetsing plaats.
Met betrekking tot het gebruik van en nazorg bij de inzet van de Taser door AOE's gelden uitgebreide regels. Zo is het gebruik van een stroomstootwapen slechts geoorloofd om een persoon aan te houden met een wapen die hij/zij tegen personen wil gebruiken, een persoon die zich verzet tegen zijn aanhouding of voor het beëindigen van een direct levensbedreigende situatie.
Na de inzet van de Taser wordt een geweldsmelding gedaan, wordt de inzet op naleving van de bestaande regels getoetst en wordt altijd nazorg verleend. Deze nazorg bestaat onder andere uit het geruststellen van de persoon, het wijzen op het tijdelijke effect van de stroomstoot en het verstrekken van een informatiepamflet. Ook wordt een persoon die is blootgesteld aan een stroomstoot zo spoedig mogelijk onderzocht door een arts.
Voor de risico’s in algemene zin verwijs ik u naar het eerdergenoemd evaluatierapport van 18 april 2011.
De personen die door AOE’s zijn aangehouden met behulp van de Taser (gegevens vanaf 1 januari 2011) hebben hier voor zover bekend geen blijvend letsel aan overgehouden.
Zie antwoord vraag 6.
Ik verwacht dit advies in oktober 2013.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Berndsen-Jansen (D66) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de aanbeveling van het NV-Comitè tegen marteling om af te zien van het gebruik van stroomstootwapens (Taser) bij de Nederlandse politie (ingezonden 22 mei 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.