Kamervraag 2013Z09012

Seksueel geweld tegen vrouwen in India en beperkingen voor mensenrechtenorganisaties

Ingediend 6 mei 2013
Beantwoord 10 juni 2013 (na 35 dagen)
Indiener Joël Voordewind (CU)
Beantwoord door Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA), Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA)
Onderwerpen internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z09012.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2507.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de opvattingen van de Special Rapporteur on Violence against Women van 1 mei 2013 na haar recente bezoek aan India, en van Amnesty International, dat de nieuwe Indiase wet tegen seksueel geweld tegen vrouwen naast positieve, ook een aanzienlijk aantal «regressieve bepalingen» bevat, zoals het toepassen van de doodstraf, het ontbreken van een aanpak van de oorzaken en het feit dat veiligheidstroepen de facto wettelijk immuun zijn voor aanklachten van verkrachting? Wordt deze opvatting door u ingebracht in de EU-India Mensenrechtendialoog of anderszins onder de aandacht van de Indiase regering gebracht? Stelt u daarbij ook aan de orde dat de wet volgens mensenrechtenorganisaties niet (goed) zal worden uitgevoerd zonder hervorming van het politieapparaat en het rechtssysteem?1 2 3

    Ja, het kabinet is bekend met de opvattingen van de Special Rapporteur on Violence against Women van 1 mei 2013. Nederland spant zich ervoor in dat het onderwerp «vrijheid voor mensenrechtenorganisaties» op de agenda van de EU en VN aandacht blijft krijgen en zal dat ook doen bij de EU Mensenrechtendialoog. Voor wat betreft uw vraag over een effectieve uitvoering van de wet stellen wij ons op het standpunt dat het aan India is te bepalen aan welke voorwaarden daarvoor dient te worden voldaan.

  • Vraag 2
    Bent u – mede gezien de aangenomen Kamermotie over Dalits4 en uw toezeggingen dat de Nederlandse regering zich wil inzetten voor de verstrekking van de positie van Dalits – bereid om de discriminatie en uitsluiting van 260 miljoen Dalits of «kastelozen» prioriteit te geven in uw nieuwe mensenrechtenbeleid?

    De universaliteit van mensenrechten is een uitgangspunt van het Nederlands beleid. Het tegengaan van discriminatie op welke grond dan ook -afkomst, geslacht of seksuele oriëntatie- wordt in verschillende gremia, zoals de VN, ILO en in EU verband bepleit. In dit kader gaat ook aandacht uit naar de positie van Dalits.

  • Vraag 3
    Bent u bereid de problemen die de winnaar van de Nederlandse Mensenrechtentulp 2012 bij zijn werk ondervindt bij de Indiase regering aan de orde te stellen, mede gezien de prioriteit die u geeft aan het steunen van mensenrechtenverdedigers?

    Voorzover bekend kan de winnaar van de mensenrechtentulp in India, de heer Bharathan, zonder noemenswaardige beperkingen zijn activiteiten verrichten. Hij heeft recent een voorstel ingediend ter besteding van het bedrag van € 100.000 behorende bij de prijs.

  • Vraag 4
    Wat vindt u van de kritiek van de voorzitter van de jury van de Mensenrechtentulp tijdens een uitzending van VPRO Argos over de manier waarop de prijs – tegen zijn wensen – door de Nederlandse Ambassade in India is uitgereikt aan prijswinnaar Marimuthu Bharathan, namelijk zonder enige ceremonie?5 Wordt dit ook in de toekomst de aanpak bij het overhandigen van de Mensenrechtentulp aan winnaars die van hun regering geen toestemming krijgen naar Nederland te reizen?

    De ceremonie van de uitreiking van de mensenrechtentulp vindt traditiegetrouw in Nederland plaats. Over de toekomst van de mensenrechtenprijs wordt u geïnformeerd in de mensenrechtenbrief die uw Kamer binnenkort toegaat.

  • Vraag 5
    Heeft het door de EU-delegatie aangevraagde gesprek met de Indiase autoriteiten over de (publicatie van) de «watchlist» van Indiase en internationale organisaties plaatsgevonden? Zo ja, wat is hiervan het resultaat en welke conclusie trekt u daaruit over de praktijk van de nieuwe wetgeving voor buitenlandse financiering van Indiase maatschappelijke organisaties? Zo nee, waarom heeft dit gesprek nog niet plaatsgevonden?

    Op 16 april jl. heeft een gesprek plaatsgevonden met het Indiase ministerie van Binnenlandse Zaken waarbij de EU-delegatie aandrong op bespoediging van FCRA- aanvragen (Foreign Contribution Regulation Act). Het ministerie bevestigde dat FCRA-aanvragen om administratieve redenen soms traag verlopen, maar dat de Indiase regering zich inspant om dit proces te versnellen. Er werd tevens aangegeven dat afwijzing van registratie soms te wijten is aan het ontbreken van de vereiste administratie bij NGO’s. Als een NGO aan politieke activiteiten meewerkt, zal een FCRA niet worden toegekend. Het ministerie benadrukte daarbij dat de Indiase regering niet tegen NGO’s met politieke activiteiten is, maar men deze NGO’s niet door buitenlandse donoren wil laten financieren. Alleen in bepaalde sectoren, zoals op het gebied van gezondheid en onderwijs, kunnen samenwerkingsverbanden worden ondersteund.

  • Vraag 6
    Kunt u de Kamer informeren of u, los van een in antwoord op vraag 7 genoemde specifieke aanpak gericht op vrouwenorganisaties, bekend bent met belemmeringen of blokkades bij het steunen van vrouwenorganisaties én andere mensenrechtenorganisaties in India?

    De Foreign Contributions Regulations Act (FCRA) vormt het kader voor buitenlandse steun aan Indiase maatschappelijke organisaties. Deze wet stelt verschillende voorwaarden aan buitenlandse geldstromen en de organisaties die dit geld ontvangen. Zo moet een Indiase organisatie een vergunning hebben om geld uit het buitenland te ontvangen. Er bestaan binnen de FCRA geen specifieke beperkingen voor vrouwen- of mensenrechtenorganisaties. Bureaucratie, langzame besluitvorming en voor tweeërlei uitlegbare clausules maken het soms lastig de vergunning te krijgen.

  • Vraag 7
    Kunt u een breder beeld te schetsen van de visaproblemen die Nederlandse burgers hebben bij het verkrijgen van een visum voor India? Kunt u berichten – van onder meer de Landelijke India Werkgroep6 – bevestigen dat »veel Nederlandse organisaties grote problemen ondervinden bij het aanvragen van visa voor India en dat regelmatig visa worden geweigerd aan onder meer medewerkers van hulporganisaties en journalisten? Wat is de Nederlandse inzet om deze problemen aan de orde te stellen en zo mogelijk op te lossen?

    Grote aantallen toeristen, zakenmensen en andere bezoekers reizen met regelmaat naar India zonder dat zij problemen ondervinden bij het aanvragen van een visum. Sommige Nederlandse visumaanvragers, waaronder vertegenwoordigers van hulporganisaties en journalisten, geven echter aan veel tijd kwijt te zijn met het doorlopen van de visumprocedure. Zij melden lange wachttijden, trage besluitvorming en het moeten overleggen van verschillende soorten documenten waardoor zij soms extra kosten moeten maken in verband met het omboeken van vluchten. Daarnaast melden zij dat indien een visumaanvraag wordt afgewezen de reden hiervoor niet altijd duidelijk is. Deze kwesties zijn onderdeel van de regelmatige dialoog met de Indiase autoriteiten, waarbij zij aangetekend dat landen het soevereine recht hebben vreemdelingen al dan niet toegang tot hun grondgebied te verschaffen.

  • Vraag 8
    Heeft de Nederlandse regering de beperkingen in vrijheid van bewegingsruimte voor Indiase mensenrechtenorganisaties daadwerkelijk aan de orde gesteld bij de EU en andere mogelijk effectieve kanalen? Zo ja, wat is daarvan het resultaat? Zo nee, waarom niet?

    Nederland heeft de kwesties betreffende het maatschappelijk middenveld besproken in verschillende EU werkgroepen in India. De situatie van maatschappelijke organisaties verschilt van geval tot geval en vereist daarom een aanpak op maat. In sommige gevallen is verder gesproken met de Indiase autoriteiten, VN organisaties, of andere maatschappelijke organisaties. Vooralsnog zijn er geen door Nederland gefinancierde organisaties die hun werk niet (meer) kunnen doen als gevolg van beperkende maatregelen van de Indiase overheid.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z09012
Volledige titel: Seksueel geweld tegen vrouwen in India en beperkingen voor mensenrechtenorganisaties
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-2507
Volledige titel: Antwoord vragen van het lid Voordewind over seksueel geweld tegen vrouwen in India en beperkingen voor mensenrechtenorganisaties