Ingediend | 26 april 2013 |
---|---|
Beantwoord | 29 mei 2013 (na 33 dagen) |
Indiener | Linda Voortman (GL) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z08799.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2398.html |
Ja.
Ja, ik vind dat mantelzorgers een zeer belangrijke functie vervullen. En ik waardeer hun inzet zeer.
Uit de Gezondheidsmonitor blijkt dat mantelzorgers die zich zwaar belast voelen gemiddeld meer uren zorg geven dan mantelzorgers die zich niet zwaar belast voelen. Mantelzorgers die zich zwaar belast voelen geven gemiddeld 23 uur mantelzorg per week ten opzichte van gemiddeld 9 uur per week die mantelzorgers die zich niet zwaar belast voelen geven. Dit beeld wordt bevestigd door ander onderzoek, waaruit blijkt dat het aantal uur en de duur dat iemand zorgt voor een naaste voorspellers zijn van overbelasting 2.
Daarnaast is er samenhang tussen de zwaarte van mantelzorg en het ervaren van overbelasting. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om mantelzorgers van mensen met een verstandelijke beperking of van mensen met een psychiatrische problematiek3 of om mantelzorgers met een partner die dementie heeft4.
Goede ondersteuning van mantelzorgers is erg belangrijk, zodat overbelasting kan worden voorkomen.
Vanaf 2012 is het beleid ingezet om de uitgavengroei in de pgb-regeling in de AWBZ te beperken. Personen die als gevolg hiervan niet meer voor een pgb kunnen kiezen, behouden de mogelijkheid om hun AWBZ-indicatie in de vorm van zorg in natura te verzilveren. Daardoor hoeft dit ingezette beleid niet tot een extra beroep op mantelzorg te leiden.
Per 1 januari 2015 krijgen gemeenten in het kader van de hervorming van de langduriger zorg een brede verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van burgers die beperkt kunnen participeren. Wat ik beoog met de hervorming in de langdurige zorg is een kwaliteitsverbetering, een nieuw perspectief op de ondersteuning. Daarbij gaat het om uitgaan van wat mensen nog wel kunnen, waarbij kwaliteit van leven voorop staat. Vervolgens goed kijken naar wat het eigen sociale netwerk kan betekenen en, indien nodig, het organiseren van de hulp dichtbij. Ik ga dus uit van wat mensen informeel kunnen organiseren. De professionele ondersteuning sluit daar vervolgens aanvullend op aan.
Daarnaast betekent de hervorming van de langdurige zorg ook dat de uitgavengroei wordt beperkt. De bijbehorende budgetten worden met een korting overgeheveld naar gemeenten.
Gemeenten zijn er zeer bij gebaat de ondersteuning van mantelzorgers goed te organiseren, zodat mantelzorgers het goed vol kunnen houden. In het gesprek met de cliënt zal de gemeente ook de belastbaarheid, de behoeften en mogelijkheden van de mantelzorger en het sociale netwerk betrekken.
Het mantelzorgcompliment is echt bedoeld als waardering. Vanwege de hervorming van de langdurige zorg neemt het aantal rechthebbenden per 1 januari 2015 fors af. Omdat ik de waardering van mantelzorgers belangrijk vind, kom ik met een alternatief hiervoor.
Zie antwoord vraag 5.
Door in te zetten bij gemeenten op eerdere ondersteuning van mantelzorgers. Het gesprek biedt hier goede mogelijkheden voor. Door niet alleen te kijken naar wat iemand samen met de eventuele mantelzorger zelf kan, maar ook goed te kijken wat het sociale netwerk kan doen eventueel aangevuld met ondersteuning van de gemeente, kan overbelasting worden voorkomen. Bijvoorbeeld door het bieden van respijtzorg, zodat mantelzorgers even op adem kunnen komen. In de transitie van AWBZ naar Wmo wordt veel aandacht besteed aan ondersteuning van gemeenten op het gebied van informele zorg, bijvoorbeeld door het uitbrengen van handreikingen.
Ook het goed kunnen combineren van werk en mantelzorg is van belang. Ik ben op het moment in overleg over een driejarig programma rond het stimuleren van werkgevers voor een betere combinatie van werk en mantelzorg.
Het nieuwe perspectief op de zorg zoals ik die in mijn brief over de hervorming van de langdurige zorg heb geschetst, vraagt ook wat van de professionals. Daarom zal aandacht worden besteed aan scholing, zodat het samenspel tussen formele en informele zorg kan verbeteren en professionals beter en tijdig mantelzorgers ondersteunen. Het Expertisecentrum Mantelzorg maakt dit jaar op mijn verzoek een actieplan rond scholing.