Ingediend | 23 april 2013 |
---|---|
Beantwoord | 24 mei 2013 (na 31 dagen) |
Indiener | Vera Bergkamp (D66) |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z08331.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2342.html |
Ja
Uit de monitor sociale veiligheid in en rond scholen maak ik op dat de overgrote meerderheid van de scholen afspraken heeft gemaakt over school- en gedragsregels. Van de docenten in het primair (speciaal) en voortgezet (speciaal) onderwijs geeft 95 tot 99% aan dat er dergelijke afspraken zijn op school. Op 73% van de scholen in het primair (speciaal) onderwijs blijken de regels prosociaal, dus sociaal positief en met elkaar, te worden geformuleerd en samen met leerlingen gecontroleerd. In het voortgezet (speciaal) onderwijs gebeurt dit in ongeveer de helft van de gevallen.
Voor mijn beleid baseer ik mij op de monitor sociale veiligheid in en rond scholen. Deze monitor wordt voor het VO al sinds 2006 en voor het PO sinds 2010 gebruikt en geeft daarmee belangrijke trends weer. Bovendien wordt in deze monitor naar de veiligheidsbeleving van alle betrokkenen in de school gevraagd: onderwijzend en ondersteunend personeel én ouders en leerlingen. Het geeft daarmee de beste handvatten voor beleid.
In de monitor sociale veiligheid in en rond scholen is belangrijke informatie te vinden over de bekendheid van docenten met de (school) eigen aanpak van pesten en andere vormen van ongewenst sociaal gedrag.
Hoewel uit de monitor blijkt dat de overgrote meerderheid van de scholen afspraken heeft gemaakt over school- en gedragsregels, meen ik dat de aanpak van pesten op scholen verbetering behoeft. Hiervoor heb ik samen met de Kinderombudsman een plan van aanpak opgesteld dat ik u 25 maart jl heb doen toekomen. Voor mijn antwoord op uw vraag hoe ik meer aandacht ga besteden aan bekendheid van het pestprotocol verwijs ik u naar vraag 3 en 4.
Ik vind het belangrijk dat aankomende docenten tijdens hun opleiding leren hoe zij pesten in de klas kunnen voorkomen, signaleren en aanpakken. In de generieke kennisbasis op zowel de pabo als de tweedegraads lerarenopleiding is er aandacht voor kennis en vaardigheden om leraren hierop toe te rusten. In de generieke kennisbasis voor de tweedegraadsopleiding wordt expliciet genoemd dat aankomende leerkrachten schoolregels en (nationaal) pestprotocol moeten kunnen toepassen. Deze kennisbasis heeft een stevige plek in de lerarenopleidingen.
Zoals ik in het plan van aanpak uiteen heb gezet zal ik lerarenopleidingen en pabo’s vragen extra aandacht te besteden aan pestgedrag. Om hen hierbij te ondersteunen zal ik een lesmodule «omgaan met verschillen en pestgedrag» laten ontwikkelen. Daarnaast zal ik een vergelijkbare module laten ontwikkelen en aan de beroepsgroep aanbieden voor de nascholing van zittende leraren. In deze lesmodules is vanzelfsprekend aandacht voor het feit dat iedere school een pestprotocol behoort te hebben en uit welke onderdelen een dergelijk protocol kan bestaan.
Het «vergroten van bekendheid met» en «het implementeren van» het pestprotocol is in het plan van aanpak pesten opgenomen. In het plan van aanpak staat dat een schoolbrede en structurele pestaanpak verplicht gaat worden. In een dergelijke structurele pestaanpak hoort ook een pestprotocol voor de school. Hierin wordt vastgelegd welke stappen de school gaat zetten in het geval van pesten. Door de verplichting wordt op schoolniveau ook bekendheid aan het pestprotocol gegeven.