Ingediend | 18 april 2013 |
---|---|
Beantwoord | 1 mei 2013 (na 13 dagen) |
Indiener | Mohammed Mohandis (PvdA) |
Beantwoord door | Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA) |
Onderwerpen | hoger onderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z07933.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2101.html |
Ja. Dit hangt samen met de zogenoemde voorgestructureerde samengestelde programma’s hbo die sommige hogescholen tot ongeveer 15 jaar geleden verzorgden. Meerdere programma’s betroffen een niet-lerarenafstudeerroute binnen een lerarenopleiding die niet gericht was op het leraarschap en derhalve niet resulteerde in een onderwijsbevoegdheid. Over de positionering van deze programma’s heeft uw Kamer op 7 februari 1997 een brief ontvangen (1996–1997, 25 231, nr. 1). Deze praktijk leidde tot ongewenste effecten voor de doelmatigheid en de transparantie van het onderwijsaanbod, zoals in het Ontwerp-HOOP 1996 werd gememoreerd. Dat bezitters van een dergelijk getuigschrift nu het instellingscollegegeld moeten betalen voor een onderwijs- of zorgstudie is het gevolg van die praktijk. Betrokkenen zien zich zo geconfronteerd met de destijds intransparante handelwijze van sommige hogescholen bij de inrichting van hun onderwijsaanbod.
Ja, in 2011 is over deze situatie met DUO contact gelegd. DUO bevestigde dat betrokkenen de indicatie instellingscollegegeld krijgen, omdat zij volgens het CRIHO al een getuigschrift op het gebied van onderwijs of zorg hebben behaald. Mij is niet bekend om hoeveel afgestudeerden het gaat. Wel blijkt uit het rapport «Wissen en Witten» van de Commissie regulering voorgestructureerde samengestelde programma’s hbo van oktober 1996 dat er ten tijde van haar onderzoek ruim 5.000 studenten een dergelijk programma volgden.
Nee, de situatie zie ik niet als een weeffout van bedoelde wettelijke beperkingen. De oorzaak ligt bij de handelwijze van sommige hogescholen in het verleden waardoor dit onbedoelde nadelige effect optreedt. Sinds 2011, toen zich enkele gedupeerden bij OCW meldden, is met de Hogeschool Inholland contact gezocht met als inzet het tarief van het instellingscollegegeld gelijk te stellen aan dat van het wettelijk collegegeld. De Hogeschool Inholland heeft desgevraagd ten aanzien van enkele gedupeerde afgestudeerden van de toenmalige Hogeschool Holland een welwillende opstelling gekozen. Momenteel probeert de Hogeschool Inholland binnen het verband van de Vereniging Hogescholen een stelselbrede oplossing te bereiken. Binnenkort zal duidelijk moeten worden of dit kans van slagen heeft.
Nee. Ik ben van mening dat de betrokken hogescholen verantwoordelijk zijn voor een financiële oplossing voor deze problematiek en ik heb er vertrouwen in dat zij daarin zullen slagen.