Ingediend | 16 april 2013 |
---|---|
Beantwoord | 31 mei 2013 (na 45 dagen) |
Indiener | Gert-Jan Segers (CU) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z07704.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2425.html |
Ja.
Mensenhandel is een zeer ernstig misdrijf. De aanpak van mensenhandel is dan ook een prioriteit van dit kabinet. Mede vanwege de prioriteit die wordt gegeven aan de aanpak van mensenhandel komt een groot aantal slachtoffers in beeld. Bovendien komt door de brede multidisciplinaire aanpak de aard en de omvang van mensenhandel in Nederland steeds beter in zicht. Ook het Eurostatrapport waarnaar in het bericht «Meer mensenhandel, minder veroordeelden» wordt verwezen, geeft aan dat onder andere een hogere prioritering van de aanpak van mensenhandel het aantal geregistreerde slachtoffers kan beïnvloeden.2 Ik zie hierin dan ook geen aanleiding om het beleid gericht op de bestrijding van mensenhandel aan te passen.
Overigens is het voor een vergelijking van het aantal slachtoffers van mensenhandel op EU-niveau van belang te vermelden dat in Nederland mogelijkeslachtoffers van mensenhandel worden geregistreerd. Andere lidstaten hanteren andere definities. Door het verschil in registratiecriteria kan een vergelijking met andere EU-lidstaten een vertekend beeld geven. Eurostat zelf stelt in het rapport dat de huidige staat van de resultaten niet geheel voldoet aan de strenge vereisten van de European Statistics Code of Practice en dat bij de interpretatie van de cijfers dan ook voorzichtigheid is geboden.3
Uit cijfers van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel blijkt dat In 2010 voor het eerst sprake was van een duidelijke relatieve stijging van het aantal veroordelingen voor mensenhandel naar 59% en in 2011 is dit ongeveer gelijk gebleven (60%). In 2012 zien we wederom een forse stijging in het aandeel mensenhandelveroordelingen (naar 71%). Uit de cijfers blijkt verder dat de rechter in eerste aanleg in 2012 de meeste mensenhandelzaken heeft afgedaan (153). Dit is het grootste aantal sinds in ieder geval het jaar 2000.
Het toezicht op de naleving en tijdige implementatie door de lidstaten van Europese wetgeving ligt bij de Europese Commissie. Als een lidstaat niet aan zijn verplichtingen voldoet, kan de Commissie tegen die inbreuk optreden en zo nodig een zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie.
Het in het antwoord op vraag 2 genoemde Eurostatrapport getiteld «Trafficking in human beings», dat onlangs is verschenen, verschaft inzicht in het aantal (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel per EU-lidstaat dat slachtoffer is van seksuele uitbuiting in de periode 2008 tot 2010.5
Een overzicht van het aantal geregistreerde (mogelijke) slachtoffers van seksuele uitbuiting per EU-lidstaat heeft naar mijn mening geen toegevoegde waarde bij het vaststellen van de effectiviteit van wetgeving inzake de bestrijding van mensenhandel in verschillende EU-lidstaten. Een groot aantal geregistreerde mogelijke slachtoffers kan juist een belangrijke indicatie zijn dat mensenhandel beter in beeld wordt gebracht en dat de aanpak van mensenhandel zijn vruchten begint af te werpen.
Bovendien worden in de Europese Unie geen uniforme registratiecriteria gehanteerd voor mogelijke slachtoffers van mensenhandel, waardoor een vergelijking op EU-niveau van het aantal slachtoffers mensenhandel een vertekend beeld kan geven.
Ik acht een uitwisseling van internationale «best practices» in het kader van de aanpak van mensenhandel van groot belang. Mede in het verlengde daarvan heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie, in nauwe samenwerking met Polen en Cyprus, medio april een Europese conferentie ter versterking van de multidisciplinaire operationele samenwerking bij de aanpak van mensenhandel georganiseerd. Tijdens deze conferentie stond de uitwisseling van «best practices» tussen verschillende beroepsgroepen uit de lidstaten en met de betrokken Europese agentschappen centraal. Het was een zeer inspirerende conferentie waaruit het belang van multidisciplinaire internationale samenwerking, ook op operationeel niveau, duidelijk naar voren kwam. Ik zal uw Kamer over de uitkomsten van deze conferentie informeren.
Het is erg moeilijk een betrouwbare schatting van het aantal slachtoffers van mensenhandel te geven, aangezien dit misdrijf zich doorgaans in het verborgene afspeelt. In Nederland zien we dat het geregistreerde aantal mogelijke slachtoffers van mensenhandel jaarlijks toeneemt, mede dankzij de alertheid van ketenpartners en de actievere melding van signalen van mensenhandel.
Zicht op de aard en omvang van mensenhandel en grensoverschrijdende samenwerking zijn van belang voor effectief beleid op dit terrein. Ik acht het rapport «Trafficking in human beings» van de Europese Commissie dan ook van groot belang voor de verdere versterking van de (internationale) aanpak van mensenhandel.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Segers (ChristenUnie) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Meer mensenhandel, minder veroordeelden» (ingezonden 16 april 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.