Ingediend | 5 april 2013 |
---|---|
Beantwoord | 5 juni 2013 (na 61 dagen) |
Indieners | Ahmed Marcouch (PvdA), Keklik Yücel (PvdA) |
Beantwoord door | Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z06863.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2482.html |
Ja.
De burgemeester van Venray heeft mij desgevraagd gemeld dat hij in de zomer van 2012 bij de Marokkaanse Consul-Generaal aandacht heeft gevraagd voor de situatie van de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap in Venray. Hierop volgend heeft de burgemeester contact gehad met de waarnemend Ambassadeur en Consul-Generaal van Marokko. Tevens heeft de burgemeester op een bijeenkomst gesproken met de Marokkaanse Minister voor Marokkaanse gemeenschappen in het buitenland, die op werkbezoek in Nederland was. Deze gesprekken vonden plaats in een informele, informatieve sfeer. Zowel met de Minister voor Marokkaanse gemeenschappen in het buitenland als met de waarnemend Ambassadeur en Consul-Generaal zijn geen afspraken gemaakt over een gezamenlijke aanpak van criminaliteit onder Marokkaanse Nederlanders.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
De burgemeester heeft medio 2012 aandacht gevraagd bij mijn ministerie voor de toename van de straathandel in drugs door jongeren en jongvolwassenen van overwegend Marokkaanse afkomst. Na een reeks ingrijpende (druggerelateerde) incidenten met verdachten van Marokkaanse afkomst heeft de burgemeester zich eind februari 2013 andermaal tot mij gewend. Hierbij is ook melding gemaakt van het informatieve contact met de Marokkaanse overheid, in casu de Minister voor Marokkaanse gemeenschappen in het buitenland. Ik heb dit voor kennisgeving aangenomen.
Naar aanleiding van deze meldingen is door mijn ministerie onder andere ondersteuning verleend via het Actieprogramma aanpak problematische jeugdgroepen en is in verband met het verscherpt coffeeshopbeleid aan de voormalige politieregio Limburg-Noord tijdelijk extra politiecapaciteit toegekend. Daarnaast zijn met de gemeente Venray gesprekken gevoerd over de specifieke situatie in Venray en de mogelijkheden om de problematiek aan te pakken.
De gemeente Venray heeft eind 2011 de kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2012–2015 vastgesteld, waaraan jaarlijks een uitvoeringsprogramma wordt gekoppeld. In dit programma is een palet aan maatregelen opgenomen onder meer als het om de gezamenlijke integrale aanpak van jeugdproblematiek en druggerelateerde problematiek gaat. De lokale driehoek voert verder de regie als het om de aanpak gaat die gericht is op het duurzaam ontwrichten van een georganiseerd crimineel verband.
Informatieve gesprekken en contacten tussen de gemeente Venray en de Marokkaanse autoriteiten kunnen leiden tot een brede onderkenning van het probleem dat een kleine minderheid van de Venrayse Marokkaans-Nederlandse gemeenschap een onevenredig aandeel heeft in de criminaliteit in Venray en dat daarmee het imago van de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap schade wordt berokkend. Van samenwerking en hulp bij de aanpak van dit probleem is echter geen sprake. Dit zou ook niet op zijn plaats zijn, aangezien dit een Nederlandse verantwoordelijkheid is. Dit geldt zowel voor dit concrete geval als in het algemeen.
In eerdere gesprekken met de Marokkaanse overheid is gesproken over de contacten van de Marokkaanse overheid met Marokkaanse Nederlanders en is aangegeven waar voor Nederland de grenzen liggen als het gaat om contacten en activiteiten door een buitenlandse overheid. Deze kunnen alleen plaatsvinden op basis van vrijwilligheid, mogen de integratie niet belemmeren en de buitenlandse autoriteiten dienen daarbij openheid en transparantie te betrachten. Overigens is ook vanuit de Marokkaanse gemeenschap duidelijk aangegeven dat actieve bemoeienis van Marokko ongewenst is. Tegen deze achtergrond kunnen er informatieve gesprekken met Marokko gevoerd worden. Er kan echter geen sprake van zijn dat een buitenlandse mogendheid formeel meepraat over zaken die uitsluitend onder Nederlandse verantwoordelijkheid vallen.
Er zijn mij geen voorbeelden bekend van landen die helpen bij of adviseren over de aanpak van criminele jongeren in een ander land. In de Nederlandse situatie is het, voor zover mij bekend niet aan de orde.
Zie antwoord vraag 7.
De gemeente Venray heeft te maken met een netwerk van criminele jongeren en jongvolwassenen, overwegend van Marokkaanse afkomst. Voor Venray gaat het om een ernstig probleem. De aanpak hiervan is in beginsel een lokale aangelegenheid, waarbij Venray hulp van andere gemeenten en het Rijk kan inroepen. Mijn ministerie heeft hulp geboden. Van het inroepen van hulp buiten Nederland is geen sprake.
Zie antwoord vraag 6.
De aanpak van problemen die in Nederland spelen is een Nederlandse aangelegenheid. Het belang van de Marokkaanse overheid staat daar los van.
Hierbij bericht ik u, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat de schriftelijke vragen van de leden het Marcouch en Yücel (beiden PvdA) over de gemeente Venray die in gesprek is met de Marokkaanse overheid over criminele jongeren (ingezonden 5 april 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.