Ingediend | 27 maart 2013 |
---|---|
Beantwoord | 8 april 2013 (na 12 dagen) |
Indiener | Paul van Meenen (D66) |
Beantwoord door | Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA) |
Onderwerpen | hoger onderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z06107.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1901.html |
In antwoord op de eerdere vragen heb ik aangegeven dat ik merk dat sommige opleidingen willen selecteren vanwege een bijzonder onderwijsconcept, zoals een international classroom. De uitspraak waaraan wordt gerefereerd heeft betrekking op een dergelijk onderwijsconcept bij de Tilburgse opleiding International Business Administration. In het regeerakkoord staat dat deze vorm van selectie blijft toegestaan, zoals bijvoorbeeld voor opleidingen in de kunsten. Er moet wel een objectieve aanleiding zijn voor de selectie. Ik kom met criteria om die aanleiding te kunnen beoordelen, zoals ik heb aangekondigd in het wetsvoorstel «Kwaliteit in Verscheidenheid».
In antwoord op de eerdere vragen heb ik aangegeven dat de prestatieafspraken primair bedoeld zijn om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Daarom maken we afspraken over onderwijskwaliteit en studiesucces, differentiatie van het onderwijs en profilering/zwaartepuntvorming. Verhoging van de kwaliteit van de instroom door selectie aan de poort is niet het middel om de onderwijskwaliteit te verhogen. Het gaat vooral om betere matching, intensiever onderwijs, hoger opgeleide docenten en meer differentiatie in het onderwijs, zodat de verschillende groepen en ook de excellente studenten, op hen toegesneden onderwijs krijgen.
Verder wijs ik erop dat de prestatieafspraken vooraf door de reviewcommissie zijn getoetst op realiteitsgehalte. De instellingen hebben dus geen onredelijke doelen gekozen, die het noodzakelijk maken de beste studenten eruit te pikken.
De uitspraak heeft betrekking op de juridische opleidingen van de RUG. In antwoord op de eerdere vragen heb ik daarover opgemerkt dat sommige juridische opleidingen de capaciteitsbeperking hanteren om onderlinge afspraken over capaciteitsregulering na te komen of omdat ze bang zijn dat ze anders overspoeld worden door studenten die elders niet terecht kunnen.
Het moet nog maar blijken of in de praktijk selectie nodig is, met andere woorden: of er dus meer aanmeldingen zijn dan plaatsen. Uit de gegevens van DUO blijkt dat voor rechtsgeleerdheid bij de RUG 580 plaatsen beschikbaar zijn, terwijl er dit studiejaar in deze opleiding zo’n 100 studenten minder zijn ingestroomd.