Ingediend | 26 maart 2013 |
---|---|
Beantwoord | 22 april 2013 (na 27 dagen) |
Indiener | Roelof Bisschop (SGP) |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z05990.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2041.html |
Uitgangspunt van de WOB is openbaarheid. Documenten die onder de reikwijdte van de WOB vallen, moeten openbaar gemaakt worden, tenzij een uitzonderingsgrond van artikel 10 of 11 van de WOB van toepassing is. De ruimte voor een bewindspersoon om een verzoek tot openbaarmaking af te wijzen is beperkt. Dit is wat ik aan het einde van een intensief debat over het wetsvoorstel Eindtoets PO op 21 maart 2013 heb willen benadrukken toen ik uw motie met een kwinkslag ontraadde.
Na ampele overweging heb ik besloten dat het algemeen belang van openbaarmaking zwaarder weegt dan het eventueel onevenredig nadeel dat scholen ondervinden. Uit zorgvuldigheid heb ik toepassing gegeven aan de bepaling in de WOB die de mogelijkheid biedt om openbaarmaking uit te stellen als rekening gehouden moet worden met bezwaren. Daar heeft een substantieel aantal schoolbesturen gebruik van gemaakt. In het kader van de bezwaarprocedure zal ik het door mij genomen besluit tot openbaarmaking heroverwegen, ook op het punt van het ingeroepen onevenredig nadeel voor de scholen. Op de uitkomst van deze heroverweging – die nog moet plaatsvinden – kan ik niet vooruitlopen. De jurisprudentie is casuïstisch. Het eventuele onevenredige nadeel moet aannemelijk worden gemaakt. Daartoe hebben de schoolbesturen de gelegenheid bij mijn heroverweging op bezwaar.
Uiteraard zal ik u informeren over de beslissing op bezwaar zodra deze is genomen.
In uw vraag wijst u er terecht op dat het merkwaardig zou zijn om, in situaties waarin aan de zijde van betrokkenen sprake kan zijn van belangen die de WOB beoogt te beschermen, zonder tussenkomst van de rechter tot openbaarmaking te besluiten. Dit zal vooral het geval zijn in situaties waarin rekening moet worden gehouden met bezwaren van deze belanghebbenden. Zoals in het antwoord op vraag 1 is aangegeven, opent de WOB de mogelijkheid om in zulke situaties weliswaar tot openbaarmaking te besluiten, maar de uitvoering van dat besluit uit te stellen totdat belanghebbenden in de gelegenheid zijn geweest rechterlijke tussenkomst in te roepen. Van die mogelijkheid is hier gebruik gemaakt. Naar aanleiding daarvan heb ik uit overwegingen van zorgvuldigheid besloten de openbaarmaking verder uit te stellen totdat ik op de bezwaarschriften een beslissing heb genomen. En als die beslissing daartoe aanleiding mocht geven, zal ik belanghebbenden opnieuw in de gelegenheid stellen rechterlijke tussenkomst in te roepen alvorens tot feitelijke openbaarmaking over te gaan. Zolang belanghebbenden dat om moverende redenen wensen, zal dus niet zonder rechterlijke tussenkomst tot openbaarmaking worden overgegaan. Voor de goede orde wijs ik er nog op dat het aan belanghebbenden is een overheidsbesluit aan een rechterlijk oordeel te onderwerpen. Ik kan dat niet zelf.
Het feit dat een aantal eigenaren van toetsresultaten deze resultaten eigener beweging publiceert, hoeft op zichzelf niet te betekenen dat andere eigenaren geen belang meer zouden hebben bij niet-openbaarmaking. Ik kan betreffende vraag dus bevestigend beantwoorden. Voor het overige verwijs ik naar de antwoorden bij vraag 1 en 2.
Zie het antwoord bij vraag 1.
Zie het antwoord bij de vragen 1 en 2.
Ja.