Kamervraag 2013Z05451

Het toestaan van de vrije vangst van de rivierprik in Nederland

Ingediend 19 maart 2013
Beantwoord 17 april 2013 (na 29 dagen)
Indiener Stientje van Veldhoven (D66)
Beantwoord door Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA)
Onderwerpen economie overige economische sectoren
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z05451.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1988.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het bericht in de Staatscourant nr. 20987, waarin de «Regeling van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 9 oktober 2012, nr. 12329894, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling visserij ten behoeve van vereenvoudiging van regelgeving op het gebied van de binnenvisserij» wordt aangepast?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Wat waren de redenen voor het besluit om de rivierprik te verwijderen uit de Flora- en Faunawet en op te nemen in de Visserijwet?

    In 2009 is aan de Tweede Kamer aangekondigd dat een actualisatie van de regelgeving voor de binnenvisserij zou gaan plaatsvinden (Kamerstukken II 2009/10, 29 664, nr. 94). Dit heeft betrekking op het Reglement voor de Binnenvisserij en het Reglement Minimummaten en gesloten tijden en de onderliggende regelgeving. Hierin is tevens inbegrepen een actualisatie van de lijst van vissoorten waarop de Visserijwet van toepassing is en een actualisatie van het beschermingsregime voor vissoorten die vallen onder de Visserijwet.
    Uitgangspunt voor opname van een vissoort onder de Visserijwet is dat soorten die regelmatig worden gevangen of worden bijgevangen in, hetzij de beroepsmatige visserij, hetzij de sportvisserij, in principe onder de werking van de Visserijwet worden gereguleerd. Dit betekent echter niet dat deze soorten daarmee zonder beperkingen bevist kunnen worden.
    Het kernelement uit de Visserijwet is dat aan de visserij nadere beperkende voorwaarden kunnen worden verbonden, waarbij expliciet de belangen van natuurbescherming worden meegewogen. Op basis hiervan is de rivierprik opgenomen in de Visserijwet, waarbij gelijktijdig een adequaat en op de omstandigheden van deze vissoort toegesneden beschermingsregime in de regelgeving is opgenomen. Zie ook het antwoord op vraag 5.

  • Vraag 3
    Is het besluit om de rivierprik op te nemen in de Visserijwet definitief of bent u van plan de gevolgen hiervan te evalueren?

    De rivierprik is nu onder de werking van de Visserijwet gebracht. De betreffende vissoort maakt onderdeel uit van het rijksmonitoringsprogramma zoals dat op alle grote rivieren en hiermee verbonden wateren als Haringvliet en Volkerak-Zoommeer plaatsvindt. Op basis hiervan kan de bestandsontwikkeling van de betreffende soort worden gevolgd. Indien hieruit op enig moment zou blijken dat verdere beschermende maatregelen, in aanvulling op de thans ingestelde maatregelen, noodzakelijk zijn, dan zullen de betreffende bepalingen hierop worden aangepast.

  • Vraag 4
    Waarom is het besluit om de rivierprik van de Flora- en Faunawet te verplaatsen naar de Visserijwet nu genomen?

    Zie de beantwoording van vraag 2.

  • Vraag 5
    Heeft u wetenschappelijk advies ingewonnen voor u het besluit nam om de rivierprik naar de Visserijwet te verplaatsen? Zo ja, wat was de strekking van dit advies? Zo nee, waarom niet?

    Ja, aan de opname van de rivierprik in de Visserijwet en het hierbij toegepaste beschermingsregime ligt een analyse van IMARES ten grondslag (Bescherming zoetwatervissen, Rapport C148/10, 24 november 2010). In dit rapport wordt geconcludeerd dat de rivierprik weliswaar talrijker voorkomt in de Nederlandse riviermondingen dan voorheen werd gedacht, maar dat tegelijk de trendontwikkeling van deze soort sinds 1992 niet eenduidig is vast te stellen vanwege onzekerheden in de bemonsteringssystematiek. Daarnaast wordt geconcludeerd dat bij bevissing van deze soort een probleem kan ontstaan omdat kleine rivierprikken zeer lastig te onderscheiden zijn van de veel meer bedreigde beekprik.
    Om deze redenen is bij opname van de rivierprik in de Visserijwet een strikt beschermingsregime toegepast. Dit houdt in dat een gesloten tijd (terugzetplicht) voor deze vissoort is opgenomen in de trekperiode (1 november tot en met 31 januari) en, na consultatie van onder andere de Stichting RAVON, tevens een gesloten tijd in de paaiperiode (1 maart tot en met 30 april). Daarnaast is om verwarring met de beekprik onmogelijk te maken een minimummaat ingesteld van 20 cm. Omdat rivierprik alleen goed vangbaar is in de trekperiode betekent dit in de praktijk dat bevissing van deze soort niet of nauwelijks zal kunnen plaatsvinden.

  • Vraag 6
    Wat betekent de verplaatsing van de rivierprik naar de Visserijwet voor de al gedane investeringen van vele miljoenen euro’s om de rivieren en beken te herstellen om zo de trekvispopulatie te versterken?

    Vanwege de beperkende voorwaarden waaronder de rivierprik in de Visserijwet is opgenomen, is geen negatief effect op de bestandssituatie voor deze vissoort te verwachten. Opname onder de Visserijwet doet derhalve niets af aan het beleid om trekvispopulaties te beschermen en te versterken. Daarbij geldt dat ook andere kwetsbare trekvissoorten als bijvoorbeeld de zalm en zeeforel reeds van oudsher onder de werking van de Visserijwet vallen, waarbij de Visserijwet voorziet in het noodzakelijke beschermingsregime van deze soorten.

  • Vraag 7
    Kunt u de stand van de rivierprik anno 2013 specificeren? Is er sprake van een duurzame populatie in de habitatten waar de rivierprik voorkomt?

    Zie de beantwoording van vraag 5. In aanvulling hierop valt nog aan te geven dat in de afgelopen periode voor de grote rivieren het bestand een stabiele tot licht opgaande lijn laat zien. De zekerheidsmarges zijn echter van dien aard dat hier voor de recente jaren geen statistisch significante trend (noch opgaand; noch neergaand) aan kan worden ontleend.

  • Vraag 8
    Wat is de Rode Lijst status van de rivierprik? Klopt het dat de rivierprik nog steeds in de meest recente classificering in de categorie kwetsbaar valt?

    Ja.

  • Vraag 9
    Is het waar dat de paaipopulaties van rivierprikken in Nederland zeer klein zijn, slechts enkele tientallen tot enkele honderden per jaar, hetgeen de paaipopulaties erg kwetsbaar maakt zoals Stichting RAVON beweert? Zo ja, vindt u het niet riskant om nu de rivierprik weer op te nemen in de Visserijwet?

    Zie de beantwoording van vraag 5. De precieze omvang van paaipopulaties is niet bekend. Overigens is in de regelgeving geborgd dat in de paaiperiode geen rivierprik kan worden gevangen. Voor deze periode is een gesloten tijd ingesteld.

  • Vraag 10
    Wat zijn de te verwachten gevolgen voor de rivierprikpopulatie nu beroepsvissers op de rivierprik mogen vissen?

    Zie de beantwoording van vraag 6.

  • Vraag 11
    Deelt u de mening dat Nederland aan haar internationale verplichtingen, gemaakt onder het Verdrag Inzake de Bescherming van de Rijn2, moet voldoen? Zo ja, hoe is het verplaatsen van de rivierprik naar de Visserijwet in overeenstemming met artikel 4, lid a?

    Ja. Omdat verplaatsing van de rivierprik naar de Visserijwet heeft plaatsgevonden onder gelijktijdige instelling van een adequaat beschermingsregime voor deze vissoort is geen negatief effect op de bestandssituatie voor deze vissoort te verwachten.

  • Vraag 12
    Heeft u het verplaatsen van de rivierprik van de Flora- en Faunawet naar de Visserijwet voorgelegd aan uw andere verdragspartners, zoals onder artikel 5.1 is vastgelegd in het Verdrag Inzake de Bescherming van de Rijn?

    Zie de beantwoording van vraag 11. Omdat geen negatief bestandseffect wordt voorzien, is consultatie van de overige verdragspartners niet noodzakelijk.

  • Vraag 13
    Is de rivierprik eetbaar en daardoor potentieel aantrekkelijk voor de commerciële visserij?

    In Nederland wordt geen rivierprik gegeten. Internationaal bestaat een beperkte afzetmarkt voor deze vissoort.

  • Vraag 14
    Hoe groot acht u de kans dat de Nederlandse rivierprik een aantrekkelijk exportgoed wordt? Vindt u dat een wenselijk perspectief?

    Met de ingestelde beperkingen voor de visserij op rivierprik zal bevissing voor commerciële doeleinden niet of nauwelijks mogelijk zijn.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z05451
Volledige titel: Het toestaan van de vrije vangst van de rivierprik in Nederland
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-1988
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Veldhoven over het toestaan van de vrije vangst van de rivierprik in Nederland