Ingediend | 7 maart 2013 |
---|---|
Beantwoord | 26 april 2013 (na 50 dagen) |
Indiener | Ahmed Marcouch (PvdA) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z04503.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2093.html |
Ja.
De beschrijving van deze vermeende medewerker herken ik niet. Ik zal dit in de antwoorden 4 tot en met 7 verder toelichten.
Zie antwoord vraag 2.
Nee, dat is niet waar. In de forensische psychiatrische centra (FPC’s) heeft een groot deel van de patiënten gecombineerde problematiek. Dan gaat het voornamelijk om psychiatrische/ persoonlijkheidsproblematiek in combinatie met een verslaving of een verstandelijke beperking. Deze patiënten worden intensief behandeld. Bovendien zijn vanaf 2006 onder begeleiding van het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie (EFP) speciale behandelingen (zorgprogramma's) voor forensische patiënten in FPC’s ontwikkeld. Deze behandelingen zijn in 2008 landelijk vastgesteld. Deze zorgprogramma's bevatten de behandelingen waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat deze werken (evidence based) en zijn gericht op recidivevermindering. Elke FPC heeft deze zorgprogramma’s als basis voor de behandeling. De precieze aard van de behandeling hangt af van de stoornis en het recidiverisico van de patiënt.
Verlof is een belangrijk onderdeel van de behandeling van een terbeschikkinggestelde en belangrijk voor de geleidelijke terugkeer van tbs-gestelden in de maatschappij. Door het verlof wordt een terbeschikkinggestelde voorbereid op het verblijf buiten de tbs-kliniek. Ook kunnen de behandelaars zo beoordelen of de behandeling goed verloopt.
Terbeschikkinggestelden hebben echter niet de vrijheid om de kliniek op ieder gewenst moment te verlaten. Wel kan bij een goed verloop van eerst begeleid en daarna onbegeleid verlof de volgende stap van de resocialisatie worden ingezet in de vorm van transmuraal verlof. Dit houdt doorgaans verblijf buiten de beveiligde zone van de kliniek in. Dit extramurale verblijf kan een zelfstandige woning zijn of bijvoorbeeld een verblijf in een regionale instelling voor beschermd wonen, een forensisch psychiatrische afdeling van een psychiatrische instelling of verblijf op een dependance van de kliniek. De kliniek blijft de betrokkene op afstand begeleiden.
Daarnaast hebben alle tbs-instellingen -inclusief de FPK’s- één helder beleid: géén drugs binnen de kliniekmuren. Dat beleid is reeds in 2009 vastgesteld, naar aanleiding van het rapport «Middelengebruik in FPC’s». Dat heeft geleid tot een gezamenlijk ontwikkelde en gedragen behandelvisie op middelengebruik en op het voorkomen van de aanwezigheid van drugs in FPC’s en tijdens verloven.
Ik deel deze mening niet. De voornaamste functie van de tbs-maatregel ligt in de bijdrage aan een veiliger maatschappij. Concreet betekent dit het tot een minimum beperken van de kans op herhaling van het plegen van een misdrijf en een veilige terugkeer van de patiënt naar de samenleving. Hier slaagt de tbs-maatregel bijzonder goed in. Zo is de algemene recidive van ex-terbeschikkinggestelden twee jaar na beëindiging van de maatregel 20,9 procent, terwijl dit percentage bij ex-justitiabelen zonder behandeling aanzienlijk hoger ligt: 49,3 procent. Bovendien is het percentage 2-jarige recidive onder uitgestroomde terbeschikkinggestelden over de gehele linie, van algemene recidive tot tbs-waardige recidive, de afgelopen tien jaar gedaald. Dit wijst op een toenemend aantal ex-terbeschikkinggestelden dat na behandeling succesvol en veilig terugkeert in de samenleving. Daarnaast is de gemiddelde behandelduur in de tbs nu nog tien jaar, maar er wordt de komende jaren in een ketenbrede samenwerking gewerkt aan het terugbrengen hiervan tot acht jaar, zoals ik met GGZ Nederland en VGN heb afgesproken in het meerjarenconvenant forensische zorg. Dit is toegelicht in het Masterplan DJI en de brief die ik naar aanleiding daarvan aan uw Kamer heb gezonden.
Mij zijn geen signalen bekend dat voor het personeel in FPC’s zou gelden dat zij gedemotiveerd raken van moeilijk behandelbare patiënten. Ik zie eerder het tegenovergestelde, namelijk dat professionals in de geestelijke gezondheidszorg een beroepsmatige uitdaging zien in de behandeling van dit soort complexe problematiek. De auteur van dit bericht denkt hier blijkbaar anders over, maar dit maakt nog niet dat zijn uitspraken zouden moeten worden gezien als representatief voor de beleving van het personeel in de FPC’s.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Marcouch (PvdA) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht Terbeschikkingstelling (TBS) – klinieken verdienen goud geld aan TBS-ers, andere patiënten creperen (ingezonden 7 maart 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.