Ingediend | 7 maart 2013 |
---|---|
Beantwoord | 29 maart 2013 (na 22 dagen) |
Indiener | Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z04498.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1831.html |
Ik heb kennis genomen van de bedoelde berichten. De genoemde aantallen uitgevoerde secties zijn correct, evenals de kanttekening van de geciteerde woordvoerder van het OM dat het in de afgelopen jaren steeds om 400 à 500 secties per jaar ging en er dus geen sprake is van een structurele daling. Wat de twee veronderstelde «missers» betreft kan ik uw Kamer melden dat in beide gevallen het OM onderzoek doet. In het belang van deze onderzoeken kan ik niet ingaan op de vraag of de berichtgeving over deze zaken correct is.
Voor gevallen van niet-natuurlijk overlijden is een duidelijke werkwijze ingericht. Wanneer de arts die het overlijden vaststelt, constateert dat er geen sprake is van een natuurlijk overlijden, dan schakelt hij de gemeentelijk lijkschouwer in. Als deze tot het oordeel komt dat er geen sprake is van natuurlijk overlijden en hij een misdrijf vermoedt dan wordt het Openbaar Ministerie ingeschakeld, dat een sectie zal gelasten. Mij zijn geen feiten bekend die erop wijzen dat deze werkwijze niet voldoet.
Ik verwijs naar mijn antwoorden op vragen 1 en 2.
Het Openbaar Ministere zal sectie gelasten in alle gevallen van niet-natuurlijk overlijden die door de lijkschouwer worden gemeld en waarin deze vermoedt dat sprake is van een misdrijf. Wanneer hieruit een redelijk vermoeden voortvloeit dat het overlijden het gevolg is van een strafbaar feit, zal altijd een nader onderzoek worden ingesteld, behoudens zeer bijzondere omstandigheden die vervolging in de weg staan, zoals verjaring van een strafbaar feit.
Zie antwoord vraag 4.
De werkwijze bij gevallen van niet-natuurlijk overlijden is helder en heb ik uiteen gezet in mijn antwoord op vraag 2. Het criterium voor het uitvoeren van een sectie is niet of een misdrijf vervolgbaar is, maar de constatering van de lijkschouwer dat er geen sprake is van een natuurlijk overlijden en zijn vermoeden dat er sprake is van een strafbaar feit. Alleen in zeer bijzondere omstandigheden die vervolging in de weg staan, zoals verjaring van een strafbaar feit, zou het Openbaar Ministerie kunnen besluiten om van een nader onderzoek af te zien.
Zie antwoord vraag 6.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Helder (PVV) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de berichten «Sterfgevallen niet als verdacht herkend, talloze moorden blijven onbekend» en «Slordig met slachtoffers» (ingezonden 7 maart 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.