Ingediend | 1 maart 2013 |
---|---|
Beantwoord | 26 maart 2013 (na 25 dagen) |
Indiener | Ronald van Raak |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z04032.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1757.html |
Ik heb kennis genomen van het artikel in Medisch Contact van 14 februari 2013 over dit onderzoek. Het percentage uit 2010 van 51,4%, met betrekking tot de overlegplicht uit artikel 10a lid 1 van de Wet op de lijkbezorging is laag. Contact met het Forensisch Medisch Genootschap (FMG) levert op dat dit percentage juist is. Uit het onderzoek blijkt niet of de lage meldingsgraad blijvend is. De invoering van de zogenoemde meldplicht is gepaard gegaan met gezamenlijke voorlichting vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Veiligheid en Justitie richting de betreffende beroepsgroepen2.
De oorzaak van dit lage meldingspercentage in 2010 was volgens het FMG gelegen in de onbekendheid van de behandelend arts met deze wettelijke meldplicht en een gebrek aan bereidheid van artsen om minderjarige overlijdensgevallen te melden, omdat de NODO-procedure nog niet was ingevoerd.
Uit het onderzoek blijkt niet of de lage meldingsgraad blijvend is. Het meldingspercentage van 51,4% heeft alleen betrekking op 2010; het eerste jaar na inwerkingtreding van artikel 10a lid 1 van de Wet op de lijkbezorging.
Contact met het FMG levert op dat de naleving van de meldingsplicht beter wordt, maar dat nog niet alle minderjarige overlijdensgevallen worden gemeld.
Het aantal meldingen wordt niet centraal bijgehouden.
Verschillende regio’s houden het aantal meldingen zelf bij. Door invoering van de per 1 januari 2013 gewijzigde A-verklaring wordt gestreefd meer inzicht te krijgen in het aantal meldingen.
Zie antwoord vraag 2.
In overleg met beroepsverenigingen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zal de bekendheid van de meldplicht worden vergroot. In overleg met de VNG wordt ook extra communicatie richting ambtenaren van de Burgerlijke Stand ingezet om de aandacht te vestigen op de gewijzigde A-verklaring. Hierbij wordt aangegeven dat, zonder deze gewijzigde verklaring van overlijden, geen toestemming mag worden gegeven voor het begraven dan wel cremeren van een overleden minderjarige.