Ingediend | 8 februari 2013 |
---|---|
Beantwoord | 5 maart 2013 (na 25 dagen) |
Indiener | Joël Voordewind (CU) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | gezin en kinderen sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z02585.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1488.html |
Ja.
Over het effect van echtscheiding op de overheidsfinanciën geeft het rapport geen directe informatie. Het rapport stelt dat er een relatie is tussen echtscheiding en maatschappelijke kosten, maar dat deze relatie niet noodzakelijkerwijs een oorzakelijke is. Gezien het voorgaande zal nader onderzoek naar de omvang van de totale maatschappelijke kosten van echtscheiding onvoldoende oorzakelijke verbanden kunnen aantonen.
Een echtscheiding is een gebeurtenis waarbij mensen vaak geconfronteerd worden met een terugval in inkomen. Het is dan zaak dat mensen zo snel mogelijk bekijken op welke wijze zij hun inkomsten en uitgaven het beste in balans kunnen brengen. Als dit mensen niet zelf lukt, dan kunnen zij zich tot de gemeente wenden voor hulp.
Participatie via werk is de beste manier om onverwachte gebeurtenissen, zoals een scheiding, financieel op te kunnen vangen. Via allerlei maatregelen en voorzieningen investeert het kabinet in een stelsel dat mensen in staat stelt om te werken. Daarnaast faciliteert het kabinet financiële educatie, opdat mensen een verstandig financieel beleid voeren waarbij rekening gehouden wordt met tegenvallers.
Wanneer mensen onverhoopt (tijdelijk) niet in staat zijn voldoende inkomen te genereren, is er voor hen een sociaal vangnet in de vorm van een bijstandsuitkering.
Zie antwoord vraag 2.
De verkennende studie «relatie ondersteunend aanbod Centra Jeugd en Gezin» laat zien dat er weinig maatschappelijk draagvlak lijkt te bestaan voor relatieondersteunend aanbod. Dit wordt bevestigd door de aanbieders van relatieondersteunende programma’s. Bij paren lijkt het behoren tot het privédomein van relaties en relatieproblemen een belemmering te zijn om hulp te zoeken bij relatieproblemen.
De voormalige minister voor Jeugd en Gezin heeft, als opdrachtgever van de verkennende studie, de taak voor het realiseren van relatieondersteunend hulpaanbod neergelegd bij gemeenten en Centra voor Jeugd en Gezin. Gemeenten hebben een belangrijke rol als het gaat om het beschikbaar stellen van lichtere vormen van hulpverlening en (in toenemende mate) de algemene regie op een goed op elkaar aansluitend pakket van beschikbare hulpverlening. Dit geldt ook voor hulpaanbod op het gebied van relatieondersteuning. De rol van gemeenten zal na de decentralisatie van de zorg voor jeugd op dit laatste terrein nog veel belangrijker worden.
Om gemeenten en Centra voor Jeugd en Gezin te ondersteunen bij het vormgeven van relatieondersteunend aanbod, is de handreiking «Relatieondersteunend aanbod voor (aanstaande) ouders» ontwikkeld. Deze handreiking is op 21 november 2012 gepubliceerd op de website www.voordejeugd.nl . Via de link http://www.voordejeugd.nl/actueel/nieuws/288-relatieondersteunend-aanbod-voor-aanstaande-ouders is de handreiking te downloaden.
Het ministerie van VWS financiert ZonMw voor het uitvoeren van het programma «Effectief werken in de jeugdsector». Eén van de programmalijnen voorziet in onderzoek naar de effectiviteit van interventies. De programmacommissie van ZonMw beoordeelt de wetenschappelijke relevantie van de onderzoeksvoorstellen.
Op 8 februari 2013 hebben we uw Kamer de Gezamenlijke agenda VWS «Van systemen naar mensen» aangeboden (MEVA/AEB-3155166). Met de decentralisatie van alle ondersteuning, hulp en zorg bij opgroeien en opvoeden naar gemeenten, willen we een omslag realiseren naar preventie en aansluiten bij eigen mogelijkheden en het sociale netwerk van jeugdigen en hun ouders. Door ontschotting van budgetten ontstaan meer mogelijkheden voor «één gezin, één plan, één regisseur» én voor zorgvernieuwing. Gemeenten kunnen hun taak doelmatiger uitvoeren door ontschotting en investering in preventie en vroegtijdig signaleren. Hierdoor wordt het makkelijker verbindingen te leggen tussen zorg, lokaal gezondheidsbeleid, onderwijs, werk en inkomen, sport en veiligheid.
Zie antwoord vraag 5.
Het gezinsbeleid wordt op de verschillende betrokken ministeries uitgevoerd. Op de onderdelen hiervan wordt de Kamer door de daarvoor verantwoordelijke bewindspersoon geïnformeerd. De verantwoordelijkheid voor de kinderopvang, het kindgebonden budget, de kinderbijslag, het stelsel van verlofregelingen en de tegemoetkoming ouders thuiswonende gehandicapte kinderen is belegd bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In het regeerakkoord «Bruggen slaan» is besloten tot een herziening van de kindregelingen. Binnen afzienbare tijd zal de Kamer geïnformeerd worden over de precieze invulling hiervan.
Ter zake van de combinatie arbeid en zorg heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een wetsvoorstel ingediend met voorstellen voor flexibeler toepassingsmogelijkheden van de regelingen uit de Wet arbeid en zorg en de Wet aanpassing arbeidsduur (wetsvoorstel modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden). Dit onderwerp maakt tevens onderdeel uit van de gesprekken met sociale partners in het kader van de sociale agenda.