Ingediend | 28 januari 2013 |
---|---|
Beantwoord | 11 maart 2013 (na 42 dagen) |
Indiener | Nine Kooiman |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z01470.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1599.html |
Momenteel is er in Assen sprake van een pilot, die dit voorjaar wordt geëvalueerd. De politie Drenthe heeft het voornemen om in september 2013 een nieuw project te starten en zoekt hiervoor samenwerking met de collega’s in Hoogeveen en Emmen.
De inzet van de werkloze jongeren is tot stand gekomen naar aanleiding van een aangenomen motie in de gemeenteraad van Assen met het doel jongeren in de praktijk werkervaring te laten opdoen. Dit doen zij bij de politie door executieve politiemedewerkers te ondersteunen in het uitvoeren van hun administratieve taken.
Er is hier geen sprake van een vast aantal arbeidsplaatsen bij de politie.
Het aantal jongeren dat wordt ingezet, hangt af van het aanbod.
De jongeren moeten gemotiveerd zijn voor het opdoen van deze vorm van werkervaring, kiezen voor een (juridisch) administratieve opleidingsrichting en voldoen aan de veiligheidseisen van de politie (alle deelnemers worden gescreend). Tot nu zijn 10 jongeren ingezet.
In de praktijk wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de wensen en belangstelling van de jongeren. Taken die nu worden uitgevoerd zijn:
De begeleiding vindt plaats door politiemedewerkers d.m.v. «training on the job».
Daarnaast volgen de jongeren extern, relevante opleidingen zoals een opleiding tot juridisch secretaresse en de opleiding tot Buitengewoon Opsporingsambtenaar.
De jongeren worden door het UWV geselecteerd. Zij schrijven vervolgens een brief aan de politie en er vindt een sollicitatiegesprek plaats. Van belang is dat zij van onbesproken gedrag zijn en dat ze minimaal MBO niveau 3 kunnen halen.
Zoals aangegeven worden de jongeren, conform de gebruikelijke procedures gescreend.
Bij binnenkomst in de organisatie wordt een geheimhoudingsverklaring ondertekend. Met de jongeren worden regelmatig gesprekken gevoerd over integriteit en de voorbeeldfunctie die het werken bij de politieorganisatie met zich meebrengt.
De continuïteit van de werkzaamheden is gegarandeerd. Op het moment dat de jongeren niet meer in dienst zijn van de politie, worden de werkzaamheden door politiemedewerkers uitgevoerd.
Er is geen ruimte in de formatie om in vaste dienst bij de politie aan de slag te gaan. De initiële doelstelling van deze pilot is het bieden van werkervaring en daarmee samenhangende relevante training/kennisvermeerdering om daarmee het perspectief op het vinden van werk door deze jongeren te vergroten. De politie is zeer positief over hun inzet en gedrevenheid.
Er is geen relatie tussen de inkrimping van de ondersteunende functies en de inzet van deze jongeren. De werkervaringsplaatsen gaan niet ten koste van reguliere banen bij de politie. Zoals eerder aangegeven doen deze jongeren werkervaring op door het ondersteunen van executieve politiemedewerkers in hun administratieve werkzaamheden. Wanneer de jongeren er niet zijn, doen de executieve politiemedewerkers deze werkzaamheden zoals gebruikelijk zelf.
Zie antwoord vraag 9.
In de pilot krijgen de jongeren een tijdelijke aanstelling bij een organisatiebureau en ontvangen zij het minimumloon. Daar waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van subsidies (Wajong, opleidingen).
Van een normaal salaris kan alleen sprake zijn als een medewerker een Fte vervult, met de daarbij behorende kwalificaties aan opleiding en ervaring.
Zie antwoord vraag 11.
In het VAO van 31 januari jl. heb ik al aangegeven dat ik het inrichten van werkervaringsplaatsen door de politie een goed initiatief vond. Ik zal, zoals u mij in de motie-Marcouch (TK 20012–2013 29 628, nr. 363) heeft gevraagd, in overleg met de korpschef onderzoeken hoe dit initiatief verder kan worden uitgewerkt bij de Nationale politie.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kooiman (SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat werkloze jongeren worden ingezet om de politie administratief te ontlasten (ingezonden 28 januari 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.