Ingediend | 17 januari 2013 |
---|---|
Beantwoord | 11 februari 2013 (na 25 dagen) |
Indiener | Linda Voortman (GL) |
Beantwoord door | Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | gezin en kinderen sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z00654.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1266.html |
Ja.
Ik zie drie verschillende ontwikkelingen die bijdragen aan de stijging van het aantal sluitingen in de kinderopvangsector. De bezuinigingen zijn er daar één van, maar het aantal faillissementen is door meerdere oorzaken gestegen. Daarbij is de oorzaak van een faillissement in de regel een combinatie van factoren.
De stijging van het aantal faillissementen is ten eerste onderdeel van een algemene stijging van het aantal faillissementen. De crisis zorgt voor moeilijke tijden in de hele economie, ook in de kinderopvang. Daarnaast zijn ouders de afgelopen jaren meer gaan betalen voor de kinderopvang. Een gevolg daarvan is dat ouders opnieuw nadenken over het gebruik van opvang. Tot slot is in 2012 het aantal vestigingen in de dagopvang en buitenschoolse opvang gestegen. Dit leidt tot meer concurrentie tussen kinderopvanginstellingen in de sector.
Hierboven heb ik drie ontwikkelingen geschetst die een belangrijke rol spelen in de stijging van het aantal faillissementen in de kinderopvang. Een verder onderzoek acht ik niet noodzakelijk.
Ja. Een daling van het aantal kinderen dat naar de opvang gaat, heeft onvermijdelijk ook gevolgen voor de werkgelegenheid. Tegelijkertijd zie ik dat er nog steeds nieuwe instellingen bijkomen in de dagopvang en buitenschoolse opvang. Hiermee wordt nieuwe werkgelegenheid gecreëerd in de kinderopvangsector. De werkgelegenheid in de kinderopvangsector hangt uiteindelijk af van het aantal kinderen dat gebruik maakt van opvang. Door te zorgen dat kinderopvang een toegankelijke voorziening blijft voor ouders, wordt ook de werkgelegenheid in de kinderopvangsector geborgd.
Ouders met jonge kinderen hebben, zoals iedereen, te maken met de gevolgen van de economische situatie. Ouders zullen door de economische situatie opnieuw naar de kosten van kinderopvang kijken en mogelijk de combinatie arbeid en zorg anders invullen. Ook bij deze groep zullen sommigen hun baan kwijt zijn geraakt de afgelopen tijd. De economische situatie zal hierdoor zeker effect hebben op het gebruik van kinderopvang. In het tweede kwartaal van 2013 zal ik een analyse aan de Kamer sturen over het structurele dan wel incidentele karakter van de daling in het gebruik van kinderopvang. Hier zal ik ook aandacht besteden aan het effect van de economische situatie op het gebruik van opvang.
Ik vind het belangrijk dat ouders in staat zijn te blijven werken. Hiervoor is kwalitatief goede en financieel toegankelijke kinderopvang essentieel. Ouders zijn door de bezuinigingen de afgelopen jaren meer gaan betalen voor het gebruik van kinderopvang. De meest recente cijfers over de arbeidsparticipatie van vaders en moeders met jonge kinderen laten echter een stabiel beeld zien. Ik heb daarom op dit moment geen reden om aan te nemen dat ouders niet meer kunnen blijven of gaan werken.
Bij het doorvoeren van zulke grote bezuinigingen op de kinderopvang is het niet te voorkomen dat het effect zal hebben op de arbeidsparticipatie. De maatregelen van de afgelopen jaren zijn dusdanig vormgegeven dat het effect op de arbeidsparticipatie beperkt is. Eerder is berekend dat de totale bezuiniging in 2012 en 2013 gepaard gaat met een daling van de arbeidsparticipatie van 0,1%.
Ik ben bereid kinderopvang in het reguliere overleg met de Stichting van de Arbeid te bespreken, indien daar van de kant van sociale partners behoefte aan bestaat.