Ingediend | 9 januari 2013 |
---|---|
Beantwoord | 1 februari 2013 (na 23 dagen) |
Indiener | Ard van der Steur (VVD) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z00194.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1189.html |
Ja.
Het openbaar Ministerie (OM) heeft mij meegedeeld dat uit de resultaten van strafrechtelijke onderzoeken inderdaad blijkt dat de haven van Antwerpen steeds vaker door Nederlandse criminelen voor cocaïnesmokkel wordt gebruikt en dat er een verplaatsing heeft plaatsgevonden.
De omvang van de invoer van cocaïne vanuit overige EU-lidstaten en het bedrag dat dit zou opleveren is het OM niet bekend.
In zijn algemeenheid bevestigt het OM het beeld dat vooral groeperingen waar Nederlanders deel van uitmaken de smokkel van harddrugs binnen Europa aansturen. Volgens het OM gaat het in Nederland bij cocaïnehandel- en smokkel veelal om etnisch heterogene netwerken, waarbij de verdachten in verschillende landen wonen. Het merendeel van de hoofdverdachten heeft een Nederlandse achtergrond.
Aan de bestrijding van cocaïnehandel- en smokkel is grote prioriteit toegekend. In elk opsporingsonderzoek worden de mogelijkheden bezien en benut om verkregen criminele winsten te ontnemen.
Zie antwoord vraag 5.
De slagvaardigheid van het politieoptreden krijgt voortdurend aandacht, zoals zeker ook blijkt uit de nieuwe politiestructuur die sinds 1 januari 2013 bestaat in Nederland. Met deze nieuwe structuur beoog ik een sneller en flexibeler politieoptreden. Ik verwijs verder naar mijn antwoord op vragen 8 en 9.
Bij de aanpak van cocaïnehandel- en smokkel is samenwerking met andere landen van cruciaal belang. Voor het onderscheppen van containers wordt reeds structureel samengewerkt met België. Met Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk en Spanje wordt er op ad hoc basis samengewerkt, al dan niet via tussenkomst van Eurojust. Er wordt de komende jaren verder geïnvesteerd in een gecoördineerde (internationale) aanpak, zo ook op cocaïnehandel- en smokkel via ongeregelde scheepvaart (als via zeilboten, motorboten en wilde vaart). Nederland neemt hiertoe deel aan het Maritiem Analyse en Operatie Centrum – Narcotica (MAOC-N). Dit is een samenwerkingsverband tussen een aantal West-Europese landen met als doel de ongeregelde scheepvaart te analyseren op vooral drugstransporten en op basis daarvan onderzoek in te laten stellen en op te treden tegen verdachte schepen. België is hier overigens (nog) geen lid van. Sinds de deelname aan het MAOC-N zijn de informatiestroom en coördinatie daarvan sterk verbeterd.
Verder werkt de Nederlandse Douane goed samen met collega-handhavingsdiensten ten behoeve van een effectieve drugsbestrijding. Een voorbeeld van een dergelijk samenwerkingsverband is Europol, waarin de Douane participeert.
Bovendien richt de internationale samenwerking zich op de bestrijding van corruptie in de havens.
Tenslotte zijn er op beleidsniveau verschillende Europese gremia waarin afspraken worden gemaakt over de aanpak van de internationale smokkel (Horizontale Drugsgroep, COSI, het comité binnenlandse veiligheid).
De controles in het kader van het Mobiel Toezicht Veiligheid van de Koninklijke Marechaussee zijn primair gericht op het tegengaan van illegale migratie en strafrechtelijke gedragingen die daarmee samenhangen. Aan de KMar is niet de actieve bestrijding van drugshandel of -vervoer als wettelijke politietaak opgedragen. De KMar treedt op basis van haar algemene politiebevoegdheden op tegen drugshandel wanneer zij in het kader van haar vreemdelingentaken stuit op (mogelijke) drugssmokkel. Er bestaat geen voornemen de taakomschrijving van de KMar uit te breiden.
Zie antwoord vraag 8.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van der Steur (VVD) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over een uitzending van Omroep Brabant over drugssmokkel via de Antwerpse Haven (ingezonden 9 januari 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.