Ingediend | 2 januari 2013 |
---|---|
Beantwoord | 23 januari 2013 (na 21 dagen) |
Indieners | Geert Wilders (PVV), Joram van Klaveren (PVV), Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z00015.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1077.html |
Ja.
Het betreffende incident was een vechtpartij, waarbij een raam werd vernield. Twee getuigen zagen hierna twee mannen een pand in vluchten. Eén van de mannen had een vuurwapen bij zich en één van de getuigen zag dat er met het vuurwapen werd geschoten. Het gebouw waarin de mannen zijn gevlucht betreft niet de moskee, maar een bijgebouw, waarin onder andere een bibliotheek en een kapper zijn gevestigd. Het pand is geen Godshuis/gebedsruimte.
Alle personen die zich in het betreffende gebouw bevonden, zijn op verzoek van de daar aanwezige medewerkers naar buiten gekomen en aangehouden. De politie nam daarna echter nog steeds beweging in het pand waar. Hierop is met toestemming van het dienstdoende lid van de korpsleiding tevens districtschef en de gemandateerde van de hoofdofficier van justitie het Aanhoudings- en Ondersteuningsteam ingezet. Dit team is ter aanhouding het pand binnengetreden en heeft vervolgens niemand aangetroffen.
Ja. Wanneer er in strafvorderlijk opzicht voldoende reden is om binnen te treden en voldaan is aan de daarvoor geldende wettelijke voorwaarden, dan bestaan voor het binnentreden van moskeeën en andere gebedshuizen in beginsel geen beperkingen. Wel zal, buiten heterdaad, niet een ruimte worden betreden waar op dat moment godsdienstoefening gaande is (artikel 12, onderdeel b, Algemene wet op het binnentreden).
Nee. De eventuele sluiting van een moskee is een gemeentelijke bevoegdheid.