Ingediend | 2 januari 2013 |
---|---|
Beantwoord | 29 januari 2013 (na 27 dagen) |
Indiener | Linda Voortman (GL) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z00008.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1124.html |
Ja.
Nee dat klopt niet. In de tijd dat ZonMw begon met het programma (2009), waren nog niet alle projecten zover om direct van start te gaan. Veel projecten zijn pas in 2010 (of zelfs in 2011) gestart. Dit leidde er toe dat de financiering voor deze projecten in de laatste 2 jaar – per jaar – ruimer was, omdat er in de voorgaande jaren nog geen gebruik van de middelen was gemaakt. De per jaar beschikbare € 10 miljoen zijn evenredig verdeeld over alle projecten/gemeenten. Voor sommige gemeenten zijn daardoor nu minder middelen beschikbaar voor de projecten, dan ze eerder jaarlijks van ZonMw ontvingen.
Ik heb geen aanwijzingen dat gemeenten de middelen voor andere projecten inzetten.
Het succes van de zichtbare schakel moet worden voortgezet. Daarom zijn de structurele middelen hiertoe voor ten minste twee jaar toegevoegd aan het Gemeentefonds. Na deze twee jaar wordt gekeken naar de manier waarom de financiering verder het best geregeld kan worden.
In het Regeerakkoord is vanaf 2015 een intensivering voorzien van wijkverpleegkundigen. De resultaten die het programma Zichtbare schakel heeft opgeleverd, nemen wij mee om het verdere beleid rondom de inzet voor de wijkverpleegkundige uit te werken. De staatssecretaris komt daar nader op terug in zijn eerder toegezegde brief over de uitwerking van de maatregelen in het Regeerakkoord op het terrein van de Langdurige Zorg.
Zie antwoord vraag 4.