Ingediend | 4 december 2012 |
---|---|
Beantwoord | 19 december 2012 (na 15 dagen) |
Indiener | Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | defensie internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z20955.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-846.html |
Ja.
Hierover kunnen in het openbaar geen mededelingen worden gedaan.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Het onderwerp is tijdens de NAVO Ministeriële op 4 en 5 december jl. besproken, maar hier zijn geen conclusies aan verbonden.
Op grond van Art. VIII, lid 19 en 20, van het Chemische Wapensverdrag (CWC) kunnen in beginsel specifieke landensituaties besproken worden, maar dergelijke landensituaties maakten geen deel uit van de agenda van de CSP (Conference of States Parties) van het CWC en de situatie in Syrië is tijdens de 17e CSP geen onderwerp van bespreking geweest. Wel hebben diverse delegaties, waaronder de EU, in het algemeen debat hun zorg over de situatie in Syrië uitgesproken. Syrië is overigens geen partij bij het CWC en dus ook geen lid van de OPCW en is juridisch niet gebonden door de bepalingen van het CWC. Als onderdeel van het bredere sanctieregime is in EU-verband eerder dit jaar een exportverbod naar Syrië afgekondigd voor bepaalde goederen die bruikbaar kunnen zijn in een chemisch wapenprogramma.