Ingediend | 20 november 2012 |
---|---|
Beantwoord | 13 december 2012 (na 23 dagen) |
Indiener | Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | internationaal militaire missies organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z19733.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-848.html |
Ja.
Het bericht in de New York Times verwijst naar het UNMISS rapport «Incidents of Inter-communal Violence in Jonglei State» van juni 2012. Dit rapport bevat de uitkomsten van het onderzoek van UNMISS naar het intertribale geweld rond de jaarwisseling in de provincie Jonglei. Het rapport stelt dat de Zuid-Sudanese autoriteiten meer hadden moeten doen om burgers te beschermen, gewelddadige incidenten te onderzoeken en daders ter verantwoording te roepen.
Uit het meest recente rapport van de SGVN van 8 november 2012 blijkt dat de Zuid-Sudanese autoriteiten de aanbevelingen uit het UNMISS rapport gedeeltelijk hebben opgevolgd. Zo is in Jonglei met steun van UNMISS een vredes- en verzoeningsproces in gang gezet tussen betrokken gemeenschappen. De commissie die in maart is ingesteld om het intertribale geweld rond de jaarwisseling te onderzoeken, is echter nog niet begonnen met zijn werk.
UNMISS heeft een adviserende en ondersteunende rol bij het verbeteren van het functioneren van Zuid-Sudanese overheidsinstituties, waaronder het leger en de politie. Drie van de in totaal vijf benchmarks zijn hierop van toepassing. Benchmark I heeft betrekking op de capaciteit van de Zuid-Sudanese overheid om conflicten te voorkomen, te mitigeren en op te lossen en effectief burgers te beschermen. Benchmark III gaat over de versterking van de capaciteit van instituties op het gebied van veiligheid (o.a. het leger) en de rechtsstaat. Benchmark IV tenslotte heeft betrekking op de rol van de overheid bij het monitoren en voorkomen van mensenrechtenschendingen. Voor elk van deze benchmarks zijn resultaten geformuleerd. Het rapport van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties over UNMISS van 8 november 2012 geeft voorbeelden van de voortgang die is geboekt ten aanzien van deze benchmarks. Zo zijn de Zuid-Sudanese autoriteiten bezig met de ontwikkeling van een Nationale Veiligheidsstrategie en hebben zij een interministerieel Rule of Law forum opgezet om onder meer arbitraire detentie aan te pakken. UNMISS speelt een adviserende en faciliterende rol bij beide processen.
De regering is bezorgd over het signaal dat de Zuid-Sudanese regering heeft afgegeven met de uitzetting van de UNMISS mensenrechtenmedewerker. De uitzetting is in strijd met het Handvest van de Verenigde Naties en de Status of Forces Agreement die Zuid-Sudan met de VN heeft ondertekend.
Op verschillende fronten is daarom druk op Zuid-Sudan uitgeoefend om het besluit tot uitzetting van de UNMISS mensenrechtenmedewerker terug te draaien. Zo vroegen o.a. de VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Pillay en EU Hoge Vertegenwoordiger Ashton aandacht voor de zaak. De kwestie is ook besproken in de vergadering van de VN-Veiligheidsraad van 28 november, waar het rapport van de SGVN van 8 november op de agenda stond.
De regering gaat er van uit dat de Zuid-Sudanese autoriteiten de boodschappen van de internationale gemeenschap ter harte nemen en VN-medewerkers de ruimte geeft om het mandaat van UNMISS uit te voeren. Nederland zal de Zuid-Sudanese autoriteiten hierop aan blijven spreken.
Verbetering van de mensenrechtensituatie in Zuid-Sudan is van groot belang. Nederland voert hierover een stevige politieke dialoog met de Zuid-Sudanese autoriteiten en trekt hierbij zoveel mogelijk op met anderen om boodschappen kracht bij te zetten (o.a. EU-partners, VS, Canada, Noorwegen, Zwitserland en Afrikaanse partners). Tegelijkertijd draagt Nederland via het OS-programma bij aan de opbouw van Rule of Law-instituties en versterking van een onafhankelijk maatschappelijk middenveld. In Zuid-Sudan, een jonge staat waar nog amper sprake is van een functionerende rechtsstaat, is het van belang dat de internationale gemeenschap betrokken blijft en deze instituties ondersteunt met het oog op versterken van de rechtsstaat.
Ja.