Ingediend | 16 november 2012 |
---|---|
Beantwoord | 6 december 2012 (na 20 dagen) |
Indieners | Harry van Bommel , Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z19611.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-772.html |
Ja, daarmee ben ik bekend en ik deel de zorgen met betrekking tot executies in Iran. In het bericht van Amnesty International wordt één persoon met naam genoemd, de heer Gholamy. Hij is tegelijk met negen andere veroordeelden op 7 november jl. ter dood gebracht.
De Iraanse autoriteiten hebben tot nu toe voor dit jaar 262 executies bekendgemaakt. Volgens gegevens waarop de Nederlandse ambassade in Teheran zich baseert zijn in 2012 tot op heden 344 doodstrafvonnissen voltrokken. De Nederlandse ambassade houdt het aantal executies bij op basis van onafhankelijke binnenlandse en buitenlandse bronnen en deelt deze cijfers met partnerlanden. Het is niet uit te sluiten dat het werkelijke aantal executies hoger ligt.
Ja. Andere delicten waarvoor de doodstraf wordt opgelegd zijn onder meer verkrachting en moord. In enkele gevallen zijn mensen ter dood veroordeeld vanwege Moharebeh («strijd tegen God en zijn profeet»). Het valt niet uit te sluiten dat achter dit containerbegrip andere motieven – zoals politieke – schuilgaan.
Voor zover bekend zijn er dit jaar geen minderjarigen ter dood gebracht. In 2010 en 2011 is dit wel een aantal keer gebeurd.
Het huidige wetboek van strafrecht bevat geen verbod op de doodstraf voor minderjarigen. De concept herziening van het wetboek van strafrecht verbiedt de doodstraf voor minderjarigen voor misdrijven waar de rechter discretionaire bevoegdheid heeft (zoals drugsgerelateerde zaken). Van dit verbod zijn uitgezonderd delicten waarop volgens de sharia de doodstraf staat, zoals verkrachting en moord.
Volgens Nederlandse telling is ten opzichte van vorig jaar (436 executies) geen sprake van een sterke stijging in het aantal doodstrafopleggingen. In Iran vinden regelmatig schendingen van het recht op een eerlijk proces plaats.
Nederland is principieel tegen de doodstraf en draagt dit ondubbelzinnig uit. Zo heeft Nederland op 21 oktober jl. protest aangetekend bij de Iraanse ambassadeur in Den Haag tegen de dreigende executie van elf personen en de autoriteiten opgeroepen hiervan af te zien. Binnen de EU neemt Nederland regelmatig het initiatief tot EU-actie tegen oplegging van de doodstraf in Iran (onder meer in de vorm van gezamenlijke demarches en verklaringen van HV Ashton).