Ingediend | 15 november 2012 |
---|---|
Beantwoord | 21 december 2012 (na 36 dagen) |
Indieners | Jan Vos (PvdA), Jeroen Recourt (PvdA), Mei Li Vos (PvdA) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | burgerlijk recht economie ondernemen recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z19414.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-888.html |
Ja.
In mijn brief van 26 november 2012 heb ik een uitgebreid wetgevingsprogramma herijking faillissementsrecht aangekondigd.2 Dit programma beoogt onder meer het reorganiserend vermogen van bedrijven te versterken. Ik herken het beeld dat bedrijven soms onnodig failleren doordat individuele crediteuren de doorstart van een bedrijf kunnen blokkeren. Daarom heb ik ook wetgeving aangekondigd die voorziet in de mogelijkheid van een akkoord dat dwingend opgelegd kan worden aan individuele schuldeisers, om te voorkomen dat zij een bedrijf onnodig failliet kunnen laten gaan. Bij de invulling van het wetgevingsprogramma wil ik nadrukkelijk de stakeholders betrekken. Uiterlijk begin februari 2013 vindt een rondetafelgesprek met hen plaats. Daarbij kan dan tevens inzicht worden verkregen in de concrete omvang van het probleem en in de vraag hoeverre ons faillissementsrecht mogelijk een rol speelt bij de keuze bedrijven om hun hoofdkantoor naar het buitenland verplaatsen.
Zie antwoord vraag 2.
Bij de invulling van de aangekondigde wetgevingsinitiatieven zal ook acht worden geslagen op de ervaringen in andere landen van de Europese Unie, zoals het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, België en Spanje. Rechtsvergelijkend onderzoek daarnaar is inmiddels gaande.
Ik deel de mening dat dit prioritaire aandachtspunten zijn. Dit neemt echter niet weg dat bijna elk faillissement leidt tot een verlies aan arbeidsplaatsen en dat er buiten het faillissementsrecht zeer veel andere factoren zijn die van invloed zijn op de keuze van een bedrijf voor een vestigingsplaats, uiteenlopend van de beschikbare infrastructuur tot het fiscale klimaat.
Op dit moment ligt voor mij het accent op de fraudebestrijding. In lijn hiermee heb ik in mijn voornoemde brief aangegeven dat een wetsontwerp over het civielrechtelijk bestuursverbod, waarmee kan worden voorkomen dat frauduleuze bestuurders hun activiteiten via allerlei omwegen kunnen blijven voortzetten, en de herziening van het strafrechtelijk faillissementsrecht nu prioriteit hebben. Mijn inzet is om voorontwerpen hierover uiterlijk 1 maart 2013 respectievelijk medio 2013 in consultatie te geven. Over de verdere planning binnen het wetgevingsprogramma zal ik uw Kamer dit voorjaar informeren.
Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, dat de schriftelijke vragen van de leden Recourt, Jan Vos en Mei Li Vos (allen PvdA) over onredelijke schuldeisers waardoor er onnodig bedrijven failliet gaan (ingezonden 15 november 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.